Weet je wat mij opvalt? Dat Pasen steeds meer op Kerstmis gaat lijken. Wat ik daarmee bedoel? Nou, gewoon eieren verven, is voor Pasen niet meer genoeg. Want het is tegenwoordig de mode om naast de gekleurde eieren van alles en nog wat in de hazelaars tak te hangen. Dat gaat van paashaas in een auto tot een nep bloemkool met een haas erin. Waardoor de hazelaarstak een soort kerstboom is geworden, daar hangt ook naast de ballen, van alles in.

Zelfs de paaseieren bij één van de bekendste warenhuisketen heten geen paaseieren meer, maar verstopeieren. Ook een mooi krans van buxus met grote gele linten, volstaat niet meer. Dat is een krans geworden met allerlei versieringen zoals bloemen en vogelnestjes met hier en daar gele kuikentjes en paashazen. De vraag komt dan ook bij mij boven hoe we de kinderen in vredesnaam moeten uitleggen wat het Paasfeest nu eigenlijk inhoudt. Dan vieren de christenen de verrijzenis van Jezus die drie dagen na zijn kruisiging is opgestaan uit de dood.

Het is meestal al lente rond de Paastijd. De eerste voorjaarsbloeiers laten zich dan al van de goede kant zien, de vogels zijn al vroeg wakker en de eerste lammetjes huppelen in de wei. Het koolmeespaar heeft dan meestal al mijn zelfgemaakte vogelhuisje in beslag genomen om hun eieren uit te broeden.

Dat brengt mij weer bij de paaseieren, want wat heeft het beschilderen van eieren, de eieren verstoppen en de eieren eten, nu met Pasen te maken?

Daar is volgens mij wel een logische verklaring voor: De vastenperiode, die loopt van Carnaval tot Pasen, was het door de kerk al in de middeleeuwen verboden om vlees en zuivelproducten te eten. Dus ook het eten van eieren was niet toegestaan. Maar juist in deze, zogenoemde vastenperiode, als de dagen weer gaan lengen, leggen de kippen juist veel eieren. Dit had als resultaat dat men aan het einde van de vastenperiode een grote hoeveelheid eieren had liggen. Deze werden dan aan het einde van de vastenperiode, met Pasen dus, in groten getale gegeten en verwerkt in allerlei gerechten, onder andere in beslag om er een cake of er een paastulband van te bakken.

In de parochiekerk waar ik enige jaren in mijn jeugd misdienaar ben geweest, was het de gewoonte om tijdens de paasmis door een van de bewoners een zelf geverfde paasei op het altaar te leggen. Die eer om dat te mogen doen was elk jaar voor degene die zich verdienstelijk had ingezet voor de parochie.

Ik kon een lach niet onderdrukken, toen ik in het parochieblaadje het volgende las. 'Aanstaande zondag is het Pasen, dit jaar zal mevrouw Leenders naar voren geroepen worden, om op het altaar een ei te gaan leggen.'

Jules Faber