Geloven is een beetje vreemd. Elk jaar als ik tussen Hemelvaart en Pinksteren de verhalen achter deze feesten mag uitleggen op school, denk ik weer: dit is toch niet uit te leggen? En toch is het gewoon wat het is: een beetje vreemd. Maar wel lekker.

Toen ik een kleine tien jaar geleden voor het eerst een ochtend op school was, sprongen de juffen een gat in de lucht: Mooi! Dan kun jij Hemelvaart en Pinksteren komen uitleggen in de klas. Dan hoeven wij dat niet te doen… Ze zaten er duidelijk mee in hun maag. En eerlijk gezegd: ik ook wel een beetje. Dat verhaal van Jezus die in een wolk naar de hemel ‘vaart’. En dan tien dagen later dat vuur dat op de hoofden van Jezus’ leerlingen verschijnt, waardoor ze gaan praten in allemaal verschillende talen: leg maar eens uit wat het betekent. Een beetje vreemd is het allemaal wel.

Dat is precies het thema tussen Hemelvaart en Pinksteren in. Jezus is weg. De heilige Geest moet nog komen. Jezus’ leerlingen kijken naar de hemel. Met vraagtekens in hun gezicht: wat nu? Een aantal zal ongetwijfeld gezegd hebben: ‘Nou, dat was het dan. Zullen we nu gewoon verder gaan met waar we mee bezig waren?’ Anderen zullen gezegd hebben: ‘Een beetje vreemd is het allemaal wel, maar ik hou daar ook wel van.’ Want geloof vertelt dat er meer is in je leven. Dat er meer is om voor te gaan. Dat het niet alleen maar om je eigen leven draait. Dat zorgen voor die wereld en zorgen voor een ander betekenis geeft aan je leven. Meer dan je ooit kunt verwerven met hard werken. Dat de wereld er mooier uit gaat zien als je gelooft dat het ook anders kan. En dat je zelf meer waard bent dan je salaris en status of zelfs de liefde die je krijgt of misschien juist mist.

Zo’n besef kan je onrustig maken. Dat hoort bij geloven. Want het laat je ongemakkelijk voelen. Ongemak wanneer je onrecht ziet gebeuren op je werk – iemand wordt onrecht gedaan! Moet ik daar wat mee, en wat dan? Ongemak ook bij allerlei dingen die je doet die misschien niet goed zijn voor het milieu, of waarvan je dat eigenlijk wel heel goed weet. Ongemak bij al die mensen die wel een luisterend oor of een schouder om op te huilen kunnen gebruiken, of gewoon een vriend die even tijd met ze doorbrengt. Maar het zijn er teveel. Je hebt ook een eigen leven. Of je bent gewoon te druk, en dat weet je zelf maar al te goed. Dat ongemak. Ongemak bij dat het niet allemaal goed is. Het geeft onrust. Heilige onrust. Onrust die je niet kan stoppen, omdat die van buiten komt. En dat is goed.

Want onrust brengt je in beweging. Zoals iemand die onrustig op een stoel zit eigenlijk wil opstaan en lopen. Dat is Pinksteren. Wanneer je aangevuurd wordt kun je ook niet stil blijven zitten. Het vuur en die wind uit die verhalen brengen mensen in beweging. En dat is een beetje vreemd, maar ook wel lekker. Lekker ongemakkelijk. Het is geen ongemak omdat het morgen allemaal opgelost moet zijn, want dat gaat niet. En we zijn zelf een vat vol tegenstrijdigheden in wat we doen. We zijn niet consequent en doen en laten dingen die we beter niet of wel zouden kunnen doen. Maar wanneer je aangevuurd wordt en het er niet bij wil laten zitten, dan zou er wel eens iets moois kunnen gebeuren. En dan blijkt dit toch een prachtige wereld te zijn. Vol ongemak. Lekker.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.