Afgelopen zaterdag 17 juni heeft dochter Hélène Veltman samen met wethouder Timon Klerx het bord met de naam van de nieuwe entree naar het stadshart onthuld. Ook waren echtgenoot Anneke Veltman en de families Veltman en Vissers aanwezig. Mede-initiatiefnemer Sander Vissers sprak de menigte toe.
”Vandaag treden we letterlijk in de voetsporen van Martinus Veltman. Voetsporen, waarvan hij de eersten hier in Waalwijk zette, ruim 90 jaar geleden. Wij waarderen het besluit van de gemeente, om de nieuwe passage naar het centrum van de stad naar hem te vernoemen. Overigens, als de gemeente Waalwijk niet tot het wijze inzicht gekomen was om hem op een eervolle plaats te vernoemen, dan hadden we vandaag maar zo in Drunen kunnen staan. Daar komen namelijk drie van zijn vier grootouders vandaan.
Het leek me interessant om voor deze gelegenheid eens te kijken welk verband er nu precies bestaat tussen de gemeente Waalwijk en zijn Nobelprijswinnaar. Want wanneer we die verbinding kunnen duiden, dan voorkomen we in de toekomst irrelevantie en daarmee de vergetelheid. Of in de woorden van Gerard Reve over een Amsterdamse straat: „Wie weet er nog wie Tweede van der Helst was?”
De zoon van de hoofdonderwijzer van de St.-Clemensschool heeft het ontwikkelen van kennis van thuis uit meegekregen. Spelend als menneke aan de Winterdijk en in de Baardwijkse Overlaat heeft de gezonde buitenlucht zijn verbeeldingskracht voor het eerst gestimuleerd. En we weten door Einstein dat: „Knowledge gets you nowhere, imagination gets you around the world.” Kennis alleen is zonder verbeeldingskracht van weinig waarde.
Met die verbeeldingskracht experimenteerde hij in zijn jonge jaren volop met elektronica: het repareren van radio’s en andere technische apparaten. En zonder het Waalwijkse geëxperimenteer met transistortjes was het uiteindelijk nooit gekomen tot het letterlijk met plakband en ijzerdraad zelf bouwen van een computer in de jaren ’60, om zijn baanbrekende natuurkundige theorieën verder te kunnen ontwikkelen.
Los van zijn wetenschappelijke prestaties, moet zijn verbeeldingskracht in deze gemeente dus nader belicht worden. Blijkbaar zweefde er hier iets in de Waalwijkse lucht, een mengeling van de uitstoot van boerderijen, leerlooierijen en schoenfabrieken, waardoor hij in zijn jeugdjaren werd gestimuleerd. Die inspirerende lucht hing nergens anders, die lucht hing alleen hier.
Het was deze inspiratie die ten grondslag zou komen te liggen aan zijn persoonlijke motto: „There is nothing more interesting, than discovering how nature works.”
Hopelijk zult u het mij vergeven dat ik de ins en outs van het grensverleggende „Renormalisatie van de theorie van de zwakke wisselwerking”, vandaag niet nader toe ga lichten. Zelfs zijn biograaf slaagt er niet in om dat voor gewone stervelingen nader te duiden. Maar u begrijpt ondertussen wel hoe essentieel die Waalwijkse jaren moeten zijn geweest voor de latere hoogleraar en zijn publicaties.
Op de fiets ging hij naar de HBS, toentertijd in de Mr. Van Coothstraat, het latere Dr. Mollercollege. Hier biedt zijn levenswandel inspiratie voor vele jongeren in hun middelbareschooltijd. Natuurlijk: hij had talent voor exacte vakken. Maar in alle andere vakken, en dat waren er nogal wat op de HBS, was hij geen uitblinker geweest. Hij liep net zo te stoeien met het huiswerk voor de overige lessen als doorsnee klasgenoten. Het Brabants Dagblad schreef dat hij alleen al daarom leerlingen van nu tot troost en inspiratie kan zijn. In de woorden van de columnist van de krant: „Van grijze muis op het Moller tot Nobelprijswinnaar.”
Zijn bijzondere talent op school werd herkend door meneer Beunes, zijn leraar natuurkunde. Hij moge vermeld worden, omdat hij het was die zijn ouders overreedde om hun zoon naar de universiteit te sturen. Het volgen van academisch onderwijs voor kinderen van het schoolhoofd, was in die tijd van wederopbouw, in het verzuilde Brabant, zeker geen vanzelfsprekendheid.
Is het na zijn lagere- en middelbareschooltijd dat de band met Waalwijk ophoudt te bestaan? Neen. Hij zal later namelijk als werkstudent nog voor de klas staan op datzelfde Mollercollege en ook staat hij een jaar voor de klas op de St.-Clemensschool. Weten we wat voor docent hij daar geweest is?
Er is op YouTube een college te vinden dat hij jaren later gaf aan een zaal vol geïnteresseerde leken. Tijdens zijn voordracht lichtte hij zijn levenswerk binnen de theoretische natuurkunde nader toe.
U moet het filmpje zelf eens gaan bekijken: het enthousiasme straalt van de docent af. Het jasje gaat uit. De mouwen worden opgerold en hij begint gedreven aan zijn betoog. In het Engels is zijn prachtige Brabantse tongval duidelijk te herkennen. De Martinus Veltmanpassage wordt daarmee ook een eerbetoon aan al die docenten die dagelijks voor de klas begeestering voor hun vakgebied proberen over te brengen op hun leerlingen.
Tini Veltman, zou nooit de top van de wetenschappelijke wereld kunnen bereiken, zonder de bijzondere combinatie van intellect, inzet, doorzettingsvermogen en het eigenzinnige karakter van mensen uit Baardwijk, ofwel: „Borrukse eigengeraaidheid.” Zijn bereidheid om tegen heersende opvattingen in te gaan leidde niet tot een rimpelloos wetenschappelijk bestaan, maar wel tot het uiteindelijk realiseren van uitzonderlijke prestaties. Zijn unieke levensverhaal, op Waalwijkse leest geschoeid, verdient het alleen al daarom om hier blijvend herinnerd te worden.
We leven in een tijd waarin wetenschappelijke feiten door meningen op social media ter discussie worden gesteld. Diezelfde wetenschap die onze moderne maatschappelijke ontwikkeling juist zo gestimuleerd heeft. Ook daarmee zal de Martinus Veltmanpassage verbonden zijn en blijven. Wetenschap die de duisternis overwint. „Scientia vincere tenebras” (Door wetenschap de duisternis overwinnen.)
Als winnaar van de Nobelprijs werd hem een gebeeldhouwde kop gegund. Exemplaren hiervan bevinden zich in de University of Michigan, in de eregalerij van het ministerie van Onderwijs en bij de familie Veltman thuis in Bilthoven. Hij zou het zeker waarderen als zijn kop ook op zijn geboortegrond een plaats zou mogen vinden.
Daarbij gaf hij echter wel een aanwijzing: „Maak die kop niet in brons, want dan wordt hij binnen de kortste keren gestolen.” En je kunt de professor maar beter niet tegenspreken, want inderdaad, in Ann Arbor (USA) werd die kop ondertussen gejat.
Tini Veltman, heeft zijn wetenschappelijke strepen verdiend op het allerhoogste niveau. Echter, zijn Waalwijkse voetsporen hebben onmiskenbaar bijgedragen aan zijn latere carrière. Als familie menen we daarom dat de Martinus Veltmanpassage pas echt helemaal af zou zijn met een fraaie buste van de professor.
Wij hopen dat de huidige en toekomstige generaties Waalwijkers zich kunnen laten inspireren door een geniale, strijdbare, eigengereide en bourgondische man. Het zijn deze eigenschappen, die onze Nobelprijswinnaar bij uitstek maken tot een monument van deze gemeente.”
Uitgesproken door Sander Vissers