Wandelen geeft rust in het hoofd. Het is aan alle kanten onderzocht, bewezen zelfs, maar het beste kun je het zelf ervaren. Met een drukke baan en een druk gezin rijgen de dagen zich aaneen via verplichtingen en agenda-items. Als dan ’s avonds de rust in huis is wedergekeerd dan doet een wandeling wonderen. ”Soms dan is ‘t heer naat in de holte van de paad, dan loep ik dor ‘t graas heer neave de kant.”
Er zijn vanuit mijn huis veel wandelrondjes te bedenken, qua grootte afhankelijk van de tijd en zin die ik er voor heb. Maar vaak leidt de benenwagen me naar het Voedselbos. Ik schreef er al vaak over in de krant en nu, bijna vier jaar na aanleg van het nieuwe stukje natuur aan de Waspikse Vaortkaant, begint echt goed duidelijk te worden wat initiatiefnemer Jos van Genugten er ooit mee voor ogen had. Het is een oase van groen met ontelbaar veel knoppen en vruchten in de talloze bomen en struiken. Het Voedselbos zal uitgroeien tot een paradijselijk stukje Waspik.
“Ja, laat ons maar dolen, het zand onder de zolen, altijd maar door: blik op oneindig. Weg van het verleden, enkel in het heden, zo stellen wij de toekomst veilig. Er gaat niets boven voet voor voet voor voet: lopen! Laten we lopen, niets anders in de kop alleen maar lopen. Geen gepieker geen getob. Terug naar de bron: land onder de zon, het ligt open… laten we lopen.” (Lopen, Mannen van Naam)
Documentaire
Vorige week liep ik net voor zonsondergang door het Voedselbos. Ik vertraagde mijn pas en probeerde de energie die ik in mijn drukke werkweek verloren had weer binnen te krijgen. Dat bleek geen enkel probleem. Alsof het zo moest zijn vlijde de natuur zich voor mijn voeten. Als in een documentaire vloog een koolwitje op gepaste afstand met me mee, op de achtergrond de gevarieerde roep van de zanglijster. En alsof het niet mooier kon riepen in het spoorpad naast het Voedselbos twee jonge ransuilen naar elkaar en voor de goede luisteraar in de verte zelfs de koekoek.
“Het is er allemoal vur os, elke daag wir opnij. Elke boem in elk bos is vur ow is vur meej. D’r is al zoveul oaver gezagd, d’r is al zolang op zoveul gewacht. Alles wat vult en alles wat grujt, elke zucht en elk geluid: ’t giet langzaam vurbeej an ow en an meej ’t is er allemoal vur os.” (Allemaal uur os, Rowwen Hèze)
Het Voedselbos kon vanaf het begin af aan rekenen op veel bijval in het dorp. Waspik blijkt een overwegend groen hart te hebben, getuige de vele vrijwilligers die met regelmaat het bos ‘gezond’ houden. Natuurlijk: er zijn ook tegenstanders; critici die de ‘geitenwollensokken’ ervan beschuldigen niet eerlijk te zijn over de goede bedoelingen met het Voedselbos. Namelijk het creëren van een fijne plek waar een ieder voor zijn rust naartoe kan en waar de vruchten van ‘Moeder Aarde’ voor eigen gebruik naar hartenlust genuttigd mogen worden.
“Kalde wind ’t vruust vannacht, dat hebbe ze vurspeld. Kalde wind en elk geluid dat galmt oaver ’t veld. En ’s merges hengt ’t liege licht oaver ’t luie land, ’t harde wit bevroare land, heer is mier an de hand. Het onwear koelt de wermte af met ziene groete mond. De reagen het gen schien van kans op de verstoave grond. Soms dan keumt d’r enne reagenboog, soms ruukt ’t d’r verbrand, soms dan denkte bij owzelf: heer is vul mier an de hand. En ’s oavends in de verte makt d’n hemel zien gebaar. In elk café, in elk hoes kroepe minse bij elkaar. In ’t donker schient de sterrenhemel boave ’t verstand, boave ’t luie land, heer is vul mier an de hand.” (Goud, Rowwen Hèze)
Soundtrack
Jack Poels slaagde er in al lang voor er sprake was van een Voedselbos in Waspik de soundtrack van het nieuwe stukje Waspikse natuur te schrijven. Op het album ‘Zondag in ’t Zuiden’ van Rowwen Hèze uit 1995 staat ‘Goud’, een mysterieus lied qua tekst, maar ook qua muziek. Het nummer nestelde zich meteen in mijn hoofd toen ik me vorige week een weg baande door het Voedselbos, als de soundtrack van de ‘documentaire’ waar ik zelf onderdeel van was geworden. Het laat Jack Poels als tekstdichter op zijn best horen. En, zoals dat dan meestal gaat, bij thuiskomst wilde ik het nummer meteen horen. Ik stuitte via YouTube op een mooie opname van het nummer uit augustus 1999 voor Jan Douwe Kroeske’s 2 Meter Sessies. Jonge koppies van de bandleden, maar toen al met de bezieling waar ze nu nog zo op te prijzen zijn. Prachtig…
Al mijmerend over het geluk wat zo dichtbij huis te vinden is, kwam een flard tekst van een ander iconisch Rowwen Hèze nummer in mijn hoofd: “D’n iene di rent veur zien leave, d’n andere wandelt hiel rustig vurbeej. Heej zuj d’r alles vur geave en heej zet: ze moge ut hebbe van meej. Woar ge ok loept en wat ge ok bint: niemand di zeat ow wat good is of slecht. Niemand di wet wie verluust of wie wint: ge komt op ut end beej ow zelf terecht.” (Lieve loep, Rowwen Hèze)
Die wandelingen door het Voedselbos moet ik erin houden. De energie stroomt weer binnen en het levert nog inzichten op ook: soms is een stapje terug doen in alle hectiek bevrijdend en is het letterlijk vertragen van de pas verhelderend. “Ge komt op ut end beej ow zelf terecht.”
Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik