Frans Timmermans? ‘Walgelijke man.’ Voordat de verkiezingscampagne echt begonnen is, en Timmermans überhaupt officieel lijsttrekker is, wordt er al op hem ingehakt op sociale media. Zelfs met ‘waarschuwingen’ aan iedereen die het wil horen, met een foto van zijn riante villa, waarmee men willen zeggen: ‘Hypocriet!’ Het maakt me erg verdrietig. Niet om Timmermans, maar om de toon. Als we zo al beginnen…

De verkiezingscampagne moet over de inhoud gaan. We roepen het al jaren. Maar wat maken we er zelf van? We lijken soms niet verder te komen dan persoonlijke voorkeuren, en vooral: afkeuren. Recht op je eigen mening? Ja, natuurlijk. Maar niet op deze manier. Het gaat mij niet om deze ene man, en ook niet om Rutte en Kaag, die vaak in één adem met hem genoemd worden. Het gaat mij ook om de mening die mensen hebben over Wilders, Baudet, of wie zich dan ook maar beschikbaar stelt om ons land te dienen naar beste eer en geweten.

Natuurlijk hoeft dat niet zonder kritiek. Alleen is het vaak geen kritiek, maar kwaadspreken. Kwaadspreken is iets anders dan kritiek. Kwaadspreken is klagen om het klagen, en vooral: elkaar napraten. Want kwaadspreken is besmettelijk. Denk maar aan een familiebijeenkomst of een vergadering waar iedereen aan het klagen is. Dan ga je het zelf ook doen. En dan is alles negatief. Je gaat er somber vandaan.

Kwaadspreken is niets minder dan de rot in onze samenleving. Dat leerde ik uit de Bijbel. Daarin is kwaadspreken zelfs zo besmettelijk, dat het zichtbaar is aan mensen die het doen. Een wonderlijke aandoening, die we het beste proberen te omschrijven als melaatsheid, treft in het begin van de Bijbel mensen die kwaadspreken over anderen. Sterker nog: het kan hun huis en bezittingen ook treffen met wat wij nu misschien ‘het weer’ of ‘schimmel’ zouden noemen.

Zo zichtbaar is het gevolg van kwaadspreken niet meer, maar je merkt de besmettelijkheid van kwaadspreken wel als je tijdlijn in sociale media zich ermee vult, en als mensen er zelf niet vanaf komen, en voortdurend blijven klagen. Zo komen we niet vooruit.

We zullen echt niet met iedereen vrienden kunnen worden en flink van mening kunnen verschillen, zeker in verkiezingstijd. Kritiek hoort daarbij. De enige gezonde manier is om dat altijd te doen in liefde en loyaliteit. Niet omdat je van iedereen houdt of iedereen mag, maar uit liefde en loyaliteit aan ons land. Of als je daar problemen bij voelt, aan de mensen die je aan het hart gaan. Je wilt toch dat zij en jij het beter krijgen? Dan moeten die donkere wolken toch weg en moet de zon toch gaan stralen?

Zelfs de meest kritische profeten in de Bijbel ontnamen mensen nooit de hoop. Je hoeft echt niet alleen maar positief te spreken om niet kwaad te spreken. Als het maar opbouwend, creatief en positief bedoeld is. En je zorgen zijn vast en zeker terecht. Niemand mag je het recht ontnemen die te hebben. Maar als we vrij willen zijn, dan moeten we beleefd blijven. Dat merk je aan een sfeer van geklaag, die ook bezit van je kan nemen. Je komt dan niet meer dan die negatieve sfeer af. Wat kun je ermee doen? Niets.

Roddel, jaloezie, kritiek, cynisme en wantrouwen verzwakken een groep, verzwakken ons land. Het ondermijnt de kracht om te verbeteren en met oplossingen te komen. Vrije mensen geven anderen niet de schuld van hun ongeluk. Ze nemen verantwoordelijkheid. En als er iets ergs is gebeurd, dan gaan we het samen recht zetten. Kritiek is goed, maar dan opbouwend en zonder vijandigheid, uit respect voor de persoon en daarmee: voor ons allemaal.

We hebben zelf in de hand hoe we dit land gaan veranderen. Dat doen we niet met revolutionaire taal, niet met anti-campagnes, niet met kwaadspreken, want dat is besmettelijk en haalt ons naar beneden. Je bent een vrij mens. We hebben veel meer in onze mars. En als we dat aan elkaar laten zien, dan zul je zien dat dat óók besmettelijk is.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.