Het was afzien na die vreselijke ramp die wij ondervonden op het Vaartje. Bij ons thuis hadden we een landbouwbedrijf en wat ervan over was, dat was niet veel. Schuur weg, huis gedeeltelijk weggeslagen, allemaal door het water. Met andere woorden daar stonden we dan met lege handen.

Maar al gauw werd er flink aangepakt om de boel weer op gang te krijgen. Ik, Bertus, werkte in Sprang Capelle bij een tuinderij. Ook daar was alles onder gelopen en het water moest eerst weg zijn om wat te kunnen doen. Daarom ben ik de eerste veertien dagen thuisgebleven om mijn vader mee te helpen. Onze zorg ging naar het vee om dat straks weer veilig te kunnen herbergen. We waren direct na de ramp ondergebracht op de Vrouwkensvaart 25, bij de familie Kamp. Daar kon je ook niet blijven. Het was natuurlijk heel fijn dat je geholpen werd maar toch was je het liefst weer op je eigen.

Na ongeveer zes weken konden we weer naar ons huis terug. Je moet niet denken dat het huis helemaal hersteld was. Op de eerste verdieping was de ouderslaapkamer redelijk heel gebleven. Daar gingen wij, de jongens die nog thuis waren, slapen. Voor mijn zus hadden mijn ouders de opkamer boven de kelder in gericht als slaapplek. Voor hun zelf was beneden provisorisch een slaapkamer ingericht. De keuken was ook nog redelijk intact. En zo bivakkeerden wij in het ingestorte huis. De veldschuur waar onze karren enz. stonden had de ramp redelijk overleefd. Deze werd geschikt gemaakt om het vee weer te kunnen herbergen. Het wintervoer was praktisch verloren gegaan. Gelukkig kregen we daarvoor hulp via het Rampenfonds.

Wat natuurlijk erg was, al onze privé spullen waren weggespoeld. En dat mistte je erg.

Ons land lag veel in Sprang Capelle o.a. in het gebied van ‘De Utrecht’ dat is waar nu de Spranckelaer zich bevindt. Het gemaal aldaar pompte het gebied droog. Zodoende konden we al vlug weer gebruik maken van dat land. Aan het herstel van de boerderij werd in mei 1954 begonnen en het was in december klaar.

Bij de ramp heeft één koe het niet overleeft. Die had met zijn poot ergens vastgezeten en die werd met een noodslachting geslacht.

Bertus vertelde dit verhaal ongeveer vier jaar geleden. Hij zei: We hebben het allemaal gelukkig overleeft. Het zou nog veel erger hebben kunnen aflopen. Nu ben ik 84 jaar oud en weet het nog als de dag van gisteren. Het blijft je hele leven bij. Bertus van Kemmeren is geboren in 1934 en overleden in 2020.