De straatnaam Loeffstraat bestaat 100 jaar. Reden voor een biografie.
Op 27 april 1905 deed het Baardwijkse College van Burgemeester & Wethouders een voorstel een vaste straatnaam te geven aan de weg tussen Hoogeind en Laageind. In de volksmond werd dit gedeelte van Baardwijk al sedert lange tijd „Heerengracht” genoemd. Deze naam was niet juist, omdat er geen gracht aanwezig was. Burgemeester J.A.J. van Heijst stelde voor de naam te wijzigen in „Heerenstraat”. Daar waren de raadsleden het niet mee eens. Sommigen vonden het een tamelijk ‘hoog woord’, anderen waren zelfs bang dat de bewoners meer belasting zouden moeten gaan betalen als ze in de Heerenstraat zouden wonen! De heer van Beijnen stelde voor om de straat „Kruisstraat” te noemen, verwijzend naar het kruispunt in de straat. De Baardwijksche Steeg en de Veldsteeg waren al in 1638 een deel van de verbindingsweg tussen Tilburg en Utrecht.
Kruisstraat
Op 15 mei 1905 werd het voorstel van raadslid van Beijnen vastgesteld om het gedeelte van de straat tussen de „Hoogeindsche Heul” (het verlengde van de huidige Hoefsteeg) en de „Blanken Wiel”, de naam Kruisstraat te geven. Op 1 januari 1922 waren de drie dorpen Baardwijk, Besoijen en Waalwijk inmiddels door een gemeentelijke herindeling samengevoegd en vormden (Groot-)Waalwijk. Tijdens de raadsvergadering van 26 juli 1923, werd de naam Kruisstraat nogmaals bevestigd voor het gedeelte van de straat in voormalig Baardwijk vanaf de Hoogeindsche Heul tot de Laageindsche Heul (ter hoogte van de huidige Loeffstraat 18).
Op initiatief van raadslid Jac. Oomens (schoenfabrikant in Baardwijk) werd voorgesteld de naam Kruisstraat te wijzigen en de straat te vernoemen naar de kort ervoor overleden plaatsgenoot, Mr. Dr. Jan Loeff, die van 1901 tot 1905 Minister van Justitie was, in het kabinet van Dr. Abraham Kuyper. Tijdens de raadsvergadering van 4 oktober 1923 werd de straatnaam gewijzigd in Minister Loeffstraat.
Familie Loeff
Tijdens de raadsvergadering van 28 maart 1956 werd de tot dan toe Minister Loeffstraat genoemde straat gewijzigd in Loeffstraat. Aan deze verandering lag de wens van het college van Burgemeester en Wethouders ten grondslag om niet alleen de voormalig minister, maar ook de andere leden van de familie Loeff met een straatnaam te eren, met name de burgemeesters Johannes en Hendrikus Loeff, alsmede Mr. Pieter Hendrik Loeff, president van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
Johannes Loeff is geboren te Doeveren op 4 augustus 1770 en overleden te Baardwijk op 6 november 1841, hij was burgemeester van Baardwijk van juni 1830 tot 6 november 1841.Hendrikus Loeff is geboren te Baardwijk op 16 juni 1817 en overleden te Baardwijk op 13 januari 1880. Per 10 maart 1842 volgde Hendrikus zijn vader Johannes Loeff op. Hendrikus was burgemeester van Baardwijk tot 13 januari 1880.
Petrus Josephus Henricus Loeff is geboren te Baardwijk op 12 oktober 1864 en overleden te ’s-Hertogenbosch op 4 april 1937, zoon van Hendrikus Loeff en Petronella Johanna Antonia van Heesbeen. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje Nassau, Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius de Grote, begiftigd met de Medaille van Koning Albert.
Hernummering
In 1958 werd besloten het beginpunt van de Loeffstraat te verleggen. De straat begon oorspronkelijk bij café ’t Stoepke (nu Loeffstraat 18). Het gedeelte van de huidige Loeffstraat (vanaf nr. 16) tot aan de Van Lovenlaan maakte deel uit van het Laageinde. Na de aanleg van de Van Lovenlaan werd dit stuk per 1 januari 1959 bij de Loeffstraat getrokken. Vanaf de woningen Laageinde 111 (noordzijde) en 118 (zuidzijde) kregen de bewoners een nieuw adres.
Joannes Aloysius Loeff (geboren in Baardwijk 15 november 1858 en overleden ’s-Gravenhage 10 juli 1921) was de oudste zoon van burgemeester Hendrikus Loeff (Baardwijk 16 juni 1817 – 13 januari 1880) en Petronella Johanna Antonia van Heesbeen (aldaar 20 maart 1829 – Baardwijk 4 september 1901), die na hem nog vier zonen en een dochter kregen. Op 22 september 1891 trad hij in het huwelijk met de uit ’s Hertogenbosch afkomstige Maria Catharina Josepha Sweens (1868-1921). Uit dit huwelijk werden tien kinderen geboren. Jan Loeff was advocaat en procureur, lid van Provinciale Staten, gemeenteraadslid, lid van de Tweede Kamer en Minister van Justitie
De jonge Loeff behoorde tot een geslacht dat al vanaf de middeleeuwen in het Land van Heusden en Altena openbare ambten bekleedde en een vooraanstaande rol speelde in de katholieke kerk. Als waardering voor hun verdiensten verleende Keizer Karel V de familie Loeff in 1556 zelfs een wapenbrief en een familiewapen. Het oudst bekende zegel vertoont uitsluitend de drie lelies en dateert van 12 augustus 1536, toen Anthonis Dirksz. Loeff (III) hiermee een verklaring bekrachtigde. De wapenvermeerdering werd door keizer Karel V aan bovengenoemde Anthonis Dirksz. Loeff, schout van Oudheusden, verleend bij wapenbrief, Gent 28 augustus 1556.
Met de voorbeelden van zijn familie voor ogen besloot hij aanvankelijk om priester te worden. Daarvoor bezocht hij eerst het kleinseminarie te Sint Michielsgestel en daarna het grootseminarie te Haaren. Hier ontdekte hij dat het priesterschap toch niet was wat hij zocht. Daarom switchte Johannes Loeff halverwege over naar de rechtenfaculteit van de universiteit van Leiden. Op 29-jarige leeftijd promoveerde hij daar in 1887 cum laude op een proefschrift getiteld: ‘Publiekrecht tegenover privaatrecht. Proeve van theoretisch-kritisch onderzoek naar het karakter van het publiek.’
Na het beëindigen van zijn rechtenstudie vestigde Loeff zich als advocaat en procureur te ’s Hertogenbosch. Aan de Bossche rechtbank viel hij al snel op als een handig debater en als iemand die zeer deskundig was. Mede op grond hiervan werd Loeff in 1889 met succes door het kiesdistrict Heusden naar voren geschoven als kandidaat bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Hier werd hij actief in de commissie Waterschappen.
Bij zijn dood in 1921 werd hem alom, in de landelijke en regionale media, lof toegezwaaid vanwege zijn grote inzet op wetgevend gebied. Daarnaast prees men hem voor zijn scherpzinnige visies, zijn glasheldere betogen, zijn tact en zijn trouw. Ook Baardwijk, dat in 1922 met Waalwijk werd samengevoegd, vergat de oud plaatsgenoot niet. Hier werd hij geëerd met een „Minister Loeffstraat”. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd deze straatnaam echter omgedoopt tot „Loeffstraat”. De bedoeling van die verandering was om met deze verzamelnaam ook de betekenis van zijn vader en grootvader als burgemeesters van Baardwijk in herinnering te brengen.
Tijdens de viering van 700 jaar stadsrechten van Waalwijk in 2003 werd in de toen opgevoerde musical „Waalwijk mijn Heerlijckheid” een speciaal lied aan Minister Jan Loeff gewijd. Daarin werd hij bezongen als ‘een staatsman van formaat’. Een betere typering is er voor deze oud-Baardwijker niet te bedenken.
Bronnen: F. Vercauteren, „Mr. dr. J.A. Loeff (1858-1921). Een minister van Justitie afkomstig uit Baardwijk”, De Klopkei 25 (4) 2001 en J. de Haan. „Genealogische gegevens over de familie Loeff in Baardwijk”, De Klopkei 26 (3) 2002. Klopkei 40 (2), „De Heerengracht” (2016) en Echo van het Zuiden (1 augustus 1923).
Auteur: René Klerx