‘Bethlehem annuleert kerstvieringen.’ Het stond in een bericht op Facebook van een onderwijzeres uit die stad. Ik had haar leren kennen bij een bezoek van een groep Palestijnse leerkrachten aan onze school, moslims en christenen samen. Zo vierden ze ook Kerst. Samen. Maar dit jaar niet. Er wordt geen Kerst gevierd. Enkel besloten in de kerk en thuis, zonder gasten. Dat er juist in Bethlehem, waar Jezus geboren is, geen Kerst gevierd wordt raakt me. Ik zocht contact met haar.
Ze had bij haar bericht een foto-album getagd. Ik begreep al snel dat het niet ging om wat ik zag, maar om wat ik niet zag. Geen kerstversieringen, geen festiviteiten. Niets. Wel prikkeldraad over de muren, lege straten en lege pleinen. Normaal, vertelde ze, starten half november de festiviteiten van deze ‘heilige maand’. In Bethlehem kwamen vorig jaar zo’n 2 miljoen mensen Kerst vieren. Op video’s daarvan zie ik overal lichtjes op het plein voor de Geboortekerk. Én een 16 meter hoge kerstboom. Dé selfie hotspot. Nu kan er niets.
Bethlehem is een gevangenis geworden voor haar inwoners. De binnenstad is afgesloten. Soms worden ze aan- of binnengevallen. De scholen zijn dicht. Wie buiten de stad werkte kan daar niet meer naartoe. Hoe je ook denkt over dit conflict, het laat voelen waar het dit jaar met Kerst zo aan ontbreekt: vrede op aarde.
Als Jozef en de hoogzwangere Maria nu naar Bethlehem getrokken waren op die ezel (als ze al de stad in hadden kunnen komen), dan hadden ze geen overvolle herbergen en andere nachtverblijven aangetroffen. Alle hotels zijn leeg. Maar ook nu hadden ze er niet in gekund. Alles is dicht. Waar waren ze dan terechtgekomen? Hoe had hun stal er dan uit gezien? De Lutherse predikant in Bethlehem koos ervoor het kindje Jezus in een stal vol met brokstukken te leggen. Ik vind het vreselijk om te zien. Maar dít is wat het is.
Als Jezus nu geboren zou zijn, dan zou hij weer Immanuel genoemd worden: God met ons. En dan zou hij zijn bij de mensen die in of onder het puin liggen. De kinderen in het bijzonder. Het confronterende beeld laat Kerst in al zijn kwetsbaarheid zien. Net als in die stal, die dit jaar al 800 jaar wordt verbeeld in de meest mooie romantische kerststallen. Maar die stal was eigenlijk koud, vochtig en tochtig. Om bij de meest kwetsbare mensen te zijn. Dáár vind je God.
Dus konden ze in Bethlehem niet anders dan brokstukken in die stal leggen. Of het nu de brokstukken zijn van het conflict in Gaza, in Oekraïne, in Sudan, of van dreigende conflicten in Guyana en Taiwan; op elk continent, overal, zijn of sluimeren conflicten waar gewone mensen het grootste slachtoffer van zijn.
Toen ik op de basisschool zat, hoorden we het liedje van Kinderen voor Kinderen: ‘Als de lichtjes doven.’ ‘Kerstmis lijkt ons keer op keer vrede te beloven, maar kanonnen dreunen weer als de lichtjes doven. Laat dan deze ene keer het lichtje niet meer doven.’ Het lijkt erop dat Kerstmis in 2023 geen moment meer is waarop de wapens zwijgen, maar de wens om vrede op aarde klinkt luider dan ooit. Als ze in Bethlehem geen Kerst kunnen vieren, dan betekent het niet dat het geen Kerst wordt. Dan vraagt dat van ons allemaal lichtjes aan te steken, telkens weer, en lichtjes te zijn voor elkaar. Voor wie eenzaam zijn. Voor wie lijden. Voor wie gebukt gaan. Voor wie in oorlog, ziekte of armoede moeten leven. Dáár wordt Jezus geboren. En de naam Jezus betekent: ‘God redt.’ Dat geeft hoop.
‘Bethlehem is gemaakt voor vrede. Jezus kwam voor vrede’ besluit de lerares haar lange spraakbericht. Laat dan deze ene keer het lichtje niet meer doven.
Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.