De winkel ademde een andere tijd. ‘Een plek waar de tijd niet door de klok wordt bepaald’ kopte de website. Een website van het jaar nul inderdaad, maar dat stond ook in de disclaimer: ‘Voor actuele info kunt u bellen. Wij gebruiken ons vakmanschap om onze gitaren te perfectioneren, niet onze website...’

Ik wilde eindelijk eens een gitaar gaan kopen. En ook gaan leren spelen, want ik kan nog geen akkoord spelen op een gitaar. Wel op piano, maar die neem je niet even makkelijk mee de klas in. Met een gitaar sta je vaak dichter bij kinderen, leek me. Heerlijk om dat te kunnen. Dus stapte ik de gitaarwinkel in die mijn woonplaats nog rijk is.

Ik had ook op internet kunnen kijken, en dan op iets professionelere websites. Maar deze winkel passeerde ik, vaak onbewust, al jaren op weg naar de kerk. De gitaar die aan de gevel hangt nodigde me al eens uit om naar binnen te kijken. Ik zag overal gitaren hangen. Dat beeld herkende ik van de viool- en cellobouwers die we met mijn zussen bezochten. Een paar jaar geleden nog in München, waar mijn zwager strijkstokken bouwt en onderhoudt. Een waar ambacht, waarmee hij strijkers van meer dan tien orkesten bedient. Zijn broers bouwen in het pand ernaast violen, altviolen en celli. Het zijn mooie werkplaatsen en winkels, waar met passie over instrumenten wordt gesproken.

”Over tien jaar is deze winkel er niet meer”, zei de gitaarbouwer enigszins berustend. Toch komen nu nog steeds kinderen en volwassenen vanuit de wijde omtrek naar zijn winkel voor met name klassieke gitaren. Maar het meeste gaat via internet. En die komen ook niet meer uit Spanje, waaruit hij trots foto’s heeft hangen van de gitaarbouwers die hij bezocht en waarvan hij importeerde. Het meeste komt nu uit China. Ze zijn niet eens meer nagemaakt, vertelde hij, ook dat zijn inmiddels gewoon goede gitaren.

”Ach, het zal met de kerk niet anders zijn”’ zei hij. ”Komen er bij jou nog wat mensen?” Er komen zeker mensen, maar ik kan niet ontkennen dat het in veel kerken waar ik kom achteruit gaat met het aantal bezoekers. En toch: ”We moeten wel doorgaan”, zei ik hem. Want ook al veranderen tijden, muziek moet gemaakt blijven worden. En het goede verhaal moet verteld blijven worden. ‘Cultuur’ komt steeds meer in het verdomhoekje terecht. Het zou teveel geld kosten. Onterecht, want cultuur is niet elitair en al helemaal geen luxe. Cultuur begint met die jongen of dat meisje dat hier in deze winkel een gitaar komt kopen, of bij mijn zwagers broers een viool of cello, en daarna een strijkstok. Of dat het die te leen krijgt via fondsen of muziekscholen.

Muziek en cultuur vertellen net als het goede verhaal van Jezus een ander verhaal dan wij normaal met elkaar delen. Ze boren een laag dieper aan, waarin we geraakt worden in onze dromen, verlangens, teleurstellingen, verdriet en liefde. Ze geven hoop in barre tijden, troost, energie en passie, waar we niet zonder kunnen. Als je nooit via kunst, dans, muziek of verhalen in je verbeelding wordt geprikkeld, dan is de wereld alleen maar zoals die is. Dan zal je je nooit kunnen inbeelden dat het ook wel eens anders zou kunnen worden en mensen wel eens anders zouden kunnen zijn. Je zou blijven ronddraaien in je eigen cirkeltje van een zelfbedachte visie op de wereld die alleen maar bevestigd wordt door gelijkgestemden. Cultuur in al zijn breedte opent de wereld voor je, en het goede verhaal van Jezus ook nog eens de hemel.

”Mooi is hij hè?” zei de gitaarbouwer, terwijl we naar de gitaar keken die ik uitkoos. ”Je kunt eigenlijk niet fout kiezen”, stelde hij me gerust. Heerlijk dat de wereld eens niet zo zwart wit is. Door de winkelruit zagen we een rouwstoet passeren van de kerk naar de begraafplaats honderd meter verderop. ’Stel je eens voor dat daar geen muziek had geklonken en er naast de herinneringen geen ander verhaal was verteld…’, dacht ik. We moeten blijven vertellen en spelen. Al moet ik dat laatste nog leren. Aan het instrument zal het niet liggen.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.