In mijn studievereniging in Utrecht was een van de regels dat vrouwen altijd ’s avonds vergezeld worden als ze naar huis gaan. We wisten waar de risico’s groter waren. In Lombok kon je tot ’s avonds laat gerust over straat. Het was een ondernemende wijk waar altijd nog mensen buiten waren. In Kanaleneiland wilde je juist niet alleen over straat hoeven. En er was dat fietspad van De Bilt naar de Universiteit en het ziekenhuis dat berucht geworden was door de Utrechtse serieverkrachter en dat bijna volledig buiten het zicht lag van de autoweg 100 meter verderop. Was het hoffelijkheid? Nee, zo ga je gewoon met elkaar om. Maar dat vindt nog steeds niet iedereen. Waar ligt dat toch aan?

Leden van het Utrechts Studentencorps blijken dertig jaar later ‘grietenprestatie’ lijstjes en ‘draken’ lijstjes te verspreiden. Met vrouwen die je wel en juist niet moet willen. In alle walging waarmee ik me door de berichten worstel lees ik vooral reacties van ongeloof ‘dat ze niet snappen dat dit in deze tijd echt niet meer kan!’ Hoezo niet? Het kon nooit! Deze ‘bangalijstjes’ gaan in tegen alle manieren waarop je waardevol met elkaar omgaat. Blijkbaar is er (nog steeds) een omslag nodig in de ‘machocultuur’ en tegelijk voelt het zo machteloos als een ‘cultuur’ of een ‘systeem’ moet veranderen. Waar begin je dan?

Volgens mij heel simpel: bij de opvoeding. We hoorden over de ouders van de getroffen meisjes, allemaal slachtoffers met littekens voor het leven. Maar waar zijn de ouders van die knapen? En waar waren ze? Natuurlijk, de kids zijn volwassen in leeftijd, maar het fundamentele probleem van al het grensoverschrijdend gedrag is opvoeding. Simpelweg omdat we er níet in opvoeden, of althans niet genoeg.

Seksualiteit en intieme omgang met elkaar zitten nog steeds in de taboesfeer, of je nu religieus bent of niet. Daar heeft dit niets mee te maken. ‘Ze halen het wel van internet’ hoor ik ouders denken. En dat is ook zo. Over ‘wat en hoe’ vinden ze daar veel. Teveel. Maar waaróm je intiem bent en hoe je elkaar in waarde laat, en waar je zelf voor staat, wat je zelf wilt, dát lees je daar niet. Daar gaat opvoeding over. Als ouders leren we onze kinderen toch ook hoe ze beleefd moeten zijn, hoe ze ruzies uit moeten praten, hoe ze hun verdriet moeten uiten. Waarom leren we ze niet wat voor keuzen ze kunnen maken als ze hun seksualiteit ontplooien. En dan niet wat ze allemaal vooral níet moeten doen. Hoe ga je om met een ander? En een ja is pas een ja als het ja is, om in de taal van de nieuwe wet seksuele misdrijven te spreken. Geen nee is geen ja.

Mijn dochter is bijna 6. Ik hoef dit soort gesprekken nog niet te hebben. Hoewel: ook op school leren we klassen nee zeggen, en leren we ze dat je lichaam van jou is. En dus begin ik gewoon met een boekje over je lichaam. Simpel, niets seksueels aan. En ongemakkelijk hoeven dit soort gesprekken later ook helemaal niet te zijn. Jij hoeft voor je (klein)kind geen keuze te maken en niet alles te benoemen. Maar je moet er wel over praten dat die keuzen er liggen. Geen kind leert dat uit zichzelf.

En nee, dat is geen reden om hier het zoveelste aandachtspunt van het onderwijs van te maken. Dat mag, maar het begint thuis. Een kind voedt zichzelf niet op, ook niet via internet.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.