Binnenkort staat Winkelcentrum De Els een grondige renovatie te wachten, waarbij het stadshart een ingrijpende transformatie zal ondergaan. De ambitie is om het gebied nieuw leven in te blazen met winkels en tal van nieuwe woningen. In deze tijd van toenemende droogte en variërende regenval is waterberging van essentieel belang. Wat was vroeger de rol van water in het centrum van Waalwijk?
Het historische stroompje, de Loint (Loont, of in de volksmond Lunt), vervulde vroeger een cruciale rol in ons waterbeheer. Oorspronkelijk diende deze waterloop voornamelijk als opvang voor kwelwater. Kort na de St.-Elisabethsvloed (1421) werd het stroompje gekanaliseerd. Na de aanleg van de Winterdijk (1460) behielden alle binnenpolders afwateringen via een zevental heulen (afsluitbare sluisjes).
„De huid op stroom hangen”
Aan de Loint waren in de 19e eeuw veel (circa 50) leerlooierijen die het zuivere en zachte water gebruikten voor het ontkalken van de huiden. Zo werd de Loint in 1874 nog aangeprezen voor de vestiging van looierijen, omdat deze tweemaal daags vers water ontving uit de haven. Het verschil in eb en vloed werd gebruikt om vanuit de Waalwijkse haven de Loint door te spoelen naar de heulen in de Winterdijk. De leerbewerkers „hangen de huiden op stroom” volgens een oud Waalwijks zegswijze.
Het water kwam van de „Galgenwiel” en andere wielen nabij de duinrand en waterde af, parallel aan de Putsteeg via de „Putsteeglozing” richting de Oude Maas. Het heldere en kalkarme water werd voor de leerlooiers erg geschikt, voor de huidenverwerking. Nieuwe looiers, vaak van buiten Waalwijk, vestigden zich ook aan de wetering. Zo ook looierij Norbertus Gragtmans, bekend van het huis met de ossenkop. Verder richting Waalwijk centrum was een volgende aftakking naar het noorden, de „Kloosterheul”, tegenover de kerk, naast het oude postkantoor. Op deze hoogte aan de Winterdijk begon Bredanaar Jacq van Riel in 1863 een leerlooierij.
De Loint in het centrum
Een zuidelijke aftakking omspoelde eens het terrein waar vroeger het klooster „Nazareth” (1470) – de huidige Kloosterwerf – stond. Nadat later het kerkhof was aangelegd, werd de loop van de Loint verlegd, zodanig dat deze de perceelafscheiding vormde van het kerkhof. Vanaf hier werd het watertje de „Singel” genoemd. Bij de boerderij van Piet de Haan (nu Bistro Jan) was eind 19de eeuw het water zo helder, dat menig huismoeder daar de was kwam doen. Vanuit het zuiden werd de Singel gevoed door de Spoorsloot, het water liep parallel aan de Kloostersteeg (nu Stationsstraat) via de looierij van „Van Dooren en de Greef” richting Kloosterwerf. In 1896 werd vergunning verleend aan „Van Gend & Loos” (nu Jola) om de riolering van de paardenstal aan te laten sluiten op de Loint.
Vanaf het kerkhof vervolgde de Loint haar loop, via de gasfabriek (nu Unnaplein), in westelijke richting. Tijdens de herbouw van het Kruidvat (oud directeurswoning van de gasfabriek) was zichtbaar dat de Loint daar al was overkluist. In de buurt van de openbare school (nu modehuis Van Dijk) ging ze verder naar het westen (via het paadje naast Etos) en maakte een bocht naar het zuiden langs het oude broederklooster richting Sint-Petrusschool. Op de speelplaats lag een put, die aangaf dat de Loint onder de jongensschool doorliep richting de noordkant van Mr. van Coothstraat 9 (ook wel de „bunker” genoemd), en steekt de straat over.
Bron: Jan Toorians „De Lunt”, Met Gansen Trou 15, nr. 11, november 1965, p. 184-190
Piet de Jongh en René Klerx