Beelden teruggebracht in hoofdlijnen in een sterk vereenvoudigde en karakteristieke vorm, dat was het handelsmerk van Orhan Otay. Hij overleed op 1 mei op 95-jarige leeftijd in zijn woonplaats Drongelen.
Bij de Juliana van Stolberg staan zijn drie ijsberen, bij de Meerdijkschool horen een paard, koe, schaap, hond en kat. De Walewyc mavo heeft een uil. Bij Kindcentrum Besoyen staat een clown, in winkelcentrum De Els ligt een paard, de Pater van der Geldschool heeft een pater. Allemaal kunstwerken in Waalwijk, waaraan je in een oogopslag een Otay ziet: gestileerd, alleen de kern - het wezen zelf - is tot leven geroepen.
Orhan Otay, geboren op 15 mei 1928 in Gaziantep, is op de lagere school de beste met tekenen. Hij wil er meer mee doen, maar zijn vader ziet er geen brood in. In Ankara studeert hij economie. Dat blijkt een verkeerde keus. Uiteindelijk wordt hij in de Turkse hoofdstad boekhouder en stenotypist voor de NATO.
Fata Morgana
Maar de kunsten blijven aan hem trekken. Die kans ligt er niet in Turkije, misschien wel in het buitenland. In 1964 komt hij naar Nederland. Hij werkt in een machinefabriek, komt uiteindelijk in Waalwijk terecht en wordt controleur bij schoenfabriek Hollandia. In het Lido, bij het dansen, leert hij Maria Verstijnen kennen. “Hij kon zó mooi tekenen, daar moest hij wat mee doen”, zegt Maria. “Hij is naar de kunstacademie gegaan. Ik heb hem rond 1985 aanbevolen bij de Efteling, waar ik toen werkte. Daar waren ze toen bezig met de Fata Morgana. Het oosterse, daar zou Orhan een bijdrage aan kunnen leveren. Nooit gedacht dat hij zou worden aangenomen, want zijn werk is heel anders dan dat van Anton Pieck. Het is toch gebeurd.” Naast zijn bijdrage aan de Fata Morgana is door het park heen nog meer werk van hem te zien; o.a. De Trollenkoning is van de hand van Otay.
In zijn vrije wijdt Otay zich aan zijn eigen werk. Vooral dieren dus. Daar heeft Maria een rol in gespeeld. “Orhan had er zelf niet zo veel mee. Maar ik wel, en dat heeft hem kennelijk geïnspireerd.” Otay produceert zijn beelden, waarvan hij kleinere modellen maakt van zijn kunstwerken in de openbare ruimte, zelf. “Daar had hij een eigen gietmethode voor ontworpen. Daardoor konden er meer granieten en marmeren beelden worden gemaakt. En kon iedereen ze betalen.”
Walewyc uiltjes
Bijzonder is de grafsteen die hij heeft gemaakt voor hun eigen dochter, Selma. Zij overlijdt op haar veertiende. In Oostenrijk haalt Otay het Guinessbook of Records met een sneeuwpop van 21,5 meter hoog. Tot op hoge leeftijd leeft hij voor de kunsten: op zijn 93e giet hij nog de uiltjes voor de eindexamenleerlingen van de Walewyc mavo. “Zijn beelden waren zijn alles, de rest liet hij aan mij over. Zorgen voor hem, ik vond het heerlijk.”