Op 30 juni 1934 werd in Baardwijk op de hoek van de Baardwijksestraat en Loeffstraat onder deze naam een nieuw karakteristiek pand geopend. Het was gebouwd op een perceel waar voorheen een boerderij stond en die voor de nieuwbouw was afgebroken. De opdrachtgever was Harrie Klerx, de architect Ad Aarts uit Rijen en de aannemer Adr. Vermeer uit Waalwijk. Het ontwerp van de bouw was destijds in een voor die tijd moderne bouwstijl, welke wij nu kennen als ‘Amsterdamse School’.

In het midden van de jaren ’30 van de vorige eeuw zijn er in de gemeente Waalwijk op verscheidene plaatsen woningen en andere werken gebouwd in deze bouwstijl. Een concentratie ervan bevindt zich in de Meester van Coothstraat. Ook behoort de kerk Sint Jan de Doper ertoe. Maar in Baardwijk staat ook een pand met vele kenmerken van deze bouwstijl: een voormalige winkel/woonhuis, nu een appartementengebouw. De bouwstijl van het hoofdgebouw kenmerkt zich door de met bakstenen gemetselde gevels met grote raampartijen waarop grote, met pannen gedekte schilddaken met grote dakkapellen en dakoverstekken, zijn geplaatst. De gevels kenmerken zich door de toepassing van in kettingverband gemetselde bakstenen, die ter accentuering terugliggend gevoegd zijn. Het pand heeft een plat dak met aan vier zijden steile en grote schilddaken, gedekt met rode keramische dakpannen. In de overgang van gevel naar dak zijn grote houten dakoverstekken geplaatst. Ook hebben de dakkapellen grote dakoverstekken. De verdiepingsvensters, eveneens met zware houtafmetingen, hebben platte en rechthoekige ladderramen. Boven de winkelramen bevindt zich een rij glazen bouwstenen.

De voordeur van de bedrijfswoning heeft een rondboog en staat tussen gemetselde uitstekende kolommen, kenmerken van de bouwstijl. (Foto: Bart Beaard)

De voordeur van de bedrijfswoning heeft een rondboog en staat tussen gemetselde uitstekende kolommen, kenmerken van de bouwstijl. (Foto: Bart Beaard)

Kenmerkende accenten

Kenmerkend voor de bouwstijl zijn de toevoegingen aan het hoofdgebouw: de bedrijfswoning, de schoorsteen en de ingangstoren.

In het hoofdgebouw is een bedrijfswoning geplaatst, waarvan het dak ter plaatse is verlengd en ook een grote dakoverstek heeft. Op de begane grond zijn twee afwijkende vensters geplaatst met ramen en bovenlichten. Kenmerkend is de hardhouten voordeur met rondboog. Boven de deuropening is een driekwart steens rollaag. Naast de deur zijn uitspringende kolommen met een afdekking van zwarte tegels.

Bijzonder is dat in het hoofddak een hoge bakstenen schoorsteen is geplaatst. Op de hoeken van de schoorsteen zijn halfsteens diepe inspringende hoeken, met aan de onderzijde zwarte keramische tegels waarop bollen als ornament geplaatst zijn. Aan de bovenzijde van de schoorsteen zijn in het metselwerk een tweetal hardstenen platen uitstekend geplaatst.

De ingangstoren heeft veel kenmerken van de bouwstijl Amsterdamse School. (Foto: Bart Beaard)

De ingangstoren heeft veel kenmerken van de bouwstijl Amsterdamse School. (Foto: Bart Beaard)

Ter accentuering van de ingang is een toren geplaatst. De hoge en smalle in V-vorm geplaatste vensters zijn hierin versierend aanwezig met wit geschilderde en gebeeldhouwde zandstenen ornamenten. Ook bijzonder zijn de lange zwarte verticale lijnen, welke gemaakt zijn van keramische tegels. Tussen deze lijnen zijn kleine vensters geplaatst met glas-in-loodramen. Op de toren staat een ‘glazen kooi’ die niet oorspronkelijk is, maar omstreeks 1996 geplaatst is, waarschijnlijk na het herstel door de brand van 1994. Onder de vensters van de opbouw is nog de oorspronkelijke dakoverstek.

Bart Beaard