Ter gelegenheid van het jubileum 'Waalwijk: 100 jaar samen', zijn er attentiestenen gelegd in de gemeente. De geselecteerde objecten (bioscoop, klooster, veemarkt, raadhuis, bondsgebouw en schoennijverheid) in Waalwijk-centrum speelden een rol ten tijde van de herindeling (1922). Op de website www.bezoekdelangstraat.nl wordt de fietsroute 'Op pad in de historische Langstraat' beschreven die langs deze stenen leidt.

Tot 1773 vergaderde het gemeentebestuur voornamelijk in een raadkamer, bij schout of schepenen thuis of in een lokale herberg. In dit jaar werd de gasthuiskapel verbouwd. Tot de grote stadsbrand van 25 juni 1824 was deze voormalige gasthuiskapel in gebruik als raadhuis van Waalwijk. Dit raadhuis stond op de plaats waar later het hoofdkantoor van de N.V. 'Noord-Braband – Maatschappij van Verzekering op het Leven' (Grotestraat 341) werd gebouwd. Een gedenksteen, ingemetseld in de achtergevel van het kantoorpand, herinnert aan de brand die het raadhuis trof.

Het herstel van het eerste raadhuis met zijn inboedel leverde veel problemen op. Het belangrijkste deel van de inventaris, het archief, was natuurlijk niet meer te vervangen. Voor een aantal administratieve stukken konden duplicaten worden vervaardigd. Al de dag na de brand werden nieuwe registers van de Burgerlijke Stand aangevraagd om de administratie van vóór de brand te herstellen. Aan het eind van het jaar werd bij Koninklijk Besluit bepaald dat de registers van de Burgerlijke Stand van 1811 tot 1824 door de griffier van het vredegerecht gekopieerd mochten worden. In februari 1825 werd opnieuw actie ondernomen om fondsen te verkrijgen voor de herbouw van het raadhuis. Op 17 mei 1825 kwam het definitieve 'Nee' van gouverneur en Gedeputeerde Staten. Het gemeentebestuur berustte er in dat het raadhuis niet herbouwd zou worden.

Gevelsteen, ingestemetseld in de achtergevel van het voormalig kantoorpand N.V. 'Noord-Braband', Grotestraat 341.

Gevelsteen, ingestemetseld in de achtergevel van het voormalig kantoorpand N.V. 'Noord-Braband', Grotestraat 341.

Brouwerij

Door gebrek aan financiën besloot het gemeentebestuur pas in 1854 om pand, erf, tuin en bierbrouwerij 'De Roode Leeuw', eigendom van J. Vincent Hoffmans (Antwerpen), aan te kopen en te verbouwen. Het torentje op het dak en de nieuwe voorgevel, voorzien van een 'kapitalen ingang', verschaften het gebouw een waardig aanzien. De klok werd later toegevoegd. Het raadhuis beschikte over een bureau van politie, een zaal voor het kantongerecht, een ruimte voor de griffie en een kamer voor de burgerlijke stand. Verder was er een vergaderzaal, een 'beste kamer', een secretarie en archiefbergplaats op de eerste verdieping. In 1856 werd de brouwerij achter het raadhuis afgebroken. Na een verbouwing van het raadhuis werd daar ook ondergebracht: een marechausseekazerne, huis van bewaring met zes gevangeniscellen, cipiers- en veldwachterswoning, politiekamer en een zaal voor de pas opgerichte tekenschool. Vanaf 1 januari 1855 tot 22 oktober 1932 deed het gebouw dienst als raadhuis en kantongerecht.

Kruidenierswinkel P. de Gruyter & Zn, muziekkiosk en de dienstwoning van de inspecteur van politie (1942). (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Beeldbank SALHA, WAA50098)

Kruidenierswinkel P. de Gruyter & Zn, muziekkiosk en de dienstwoning van de inspecteur van politie (1942). (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Beeldbank SALHA, WAA50098)

De Gruyter

In 1933 werd het gebouw gesloopt om later plaats te maken voor een kruidenierswinkel van P. de Gruyter & Zn. Er was veel oppositie van de plaatselijke middenstand tegen de komst van de grootgrutter. Om de gemeenteraad mee te krijgen werd bedongen dat ook de galerij en de muziekkiosk voor rekening kwamen van firma De Gruyter. Door de koop van het naastgelegen pand van H. Wiesman kon de winkel in 1962 worden uitgebreid. Bij deze verbouwing verdween de ingang van de galerij, en kwam de hoofdingang aan de oostzijde.

René Klerx