‘Ben je aan het ontspullen?’ vroeg het bezoek bij het zien van alles wat onder de carport verzameld stond. Nee, de zolder was gewoon vol. Er zat geen visie achter dat ik best met minder toe kan. Al kan dat best. Wel zat er het idee achter dat ik wat ik teveel heb kan delen met anderen. En dat bleek nog best veel. Weggegooid heb ik weinig, opgeruimd des te meer.

Ik heb eens een vriendin een poster gegeven voor op de deur naar haar zolder vol verkleedkleren en andere attributen. Daar stond alleen een getal op: 9¾. De Harry Potter fans weten dat dat verwijst naar het aparte perron op King’s Cross Station in Londen waar de leerlingen van Zweinstein dwars door een muur naartoe kunnen. Er is meer ruimte dan je denkt. Dat bleek op mijn zolder ook zo te zijn. Steeds weer een andere zak kinderkleding, oude luidsprekers, zelfs versterkers van het koor. Boekenplanken waar je een hele bibliotheek mee kan inrichten. Speelgoed. Verzin het maar. Het kon weg. Maar hoe?

De opruimdag had ik zorgvuldig gepland. Anders komt het er niet van. Er was voorheen altijd wel een excuus. Was het niet te warm, zoals in de zomer, dan waren er wel andere dingen te doen in de winter. En nu, richting de herfst, voelde het voor mij als met de energie van de zomer nog iets goeds doen voor de winter. Nu! Ik had daarbij overwogen een container te huren. Dat zou rijden naar de stort schelen, maar ook veel kosten. Dacht ik. Tot ik me realiseerde dat veel wellicht een andere bestemming zou kunnen krijgen. En veel ook niet in de container mag, zoals apparaten, matrassen enz.

Dus ging ik de zolder op met mijn telefoon in de aanslag. Bij alles wat ik kwijt wilde, maakte ik foto’s en zette ze op Marktplaats of – nog mooier – de Facebook groep ‘Gratis en Alleen Gratis.Spullen.0416’. Met verbazing zag ik de reacties meteen binnenkomen. Grote houten balken werden opgehaald door iemand die aan het verbouwen was. ‘Heb je daar dan specifiek naar gezocht?’ vroeg ik. ‘Nee, ik zag het toevallig voorbij komen.’ Oké… En dat tafeltje, daar had ik er wel drie van kunnen weggeven in een uur. Oude badkamertegels werden gevraagd door een zorgboerderij. Neem vooral mee! 12 ijzeren haken voor kleine plankjes; zoonlief kwam ze ophalen voor zijn moeder die ze kon gebruiken. Grote boekenplanken staan nog klaar voor een kerklid dat toevallig een dochter op kamers had die iets zocht. Speelgoed gaat naar de Speelgoedbank, kinderkleding naar het Leger des Heils en babykleding en klein speelgoed naar Stichting Babyspullen. Handig, heb er tenslotte toch al een container voor staan bij mij voor de deur.

Kleding en speelgoed; daar is altijd wel een bestemming voor. Zeker voor kinderen die straks geen winterjas hebben in hun maat. Maar al het andere was voor mij inmiddels vooral afval geworden. Toch bleek het nuttig voor anderen. ‘Had ik er dan toch niet iets voor kunnen vragen?’ fluisterde de Hollandse kruidenier in mij me nog in mijn oren. Nee. Als het voor mij geen waarde heeft, zeker niet. Ik ga toch geen ‘afval’ verkopen? Maar vooral: ik probeer te leven vanuit het idee dat alles wat ik bezit niet mijn eigendom is. Dat klinkt tegenstrijdig, maar ik bedoel dit: alles wat we bezitten krijgen we te leen. Herman van Veen zong: ‘Kan niets bewaren, ik kan niets sparen, het is allemaal te leen. Kan niets bewaren, ik kan niets sparen. Alles wat je hebt, past niet in een kist.’

Ik ben nog lang niet klaar, maar het begin is gemaakt. Ik zal er niet aan ontkomen veel nog weg te gooien, maar dan liever gescheiden, zodat het materiaal hopelijk opnieuw gebruikt kan worden. Dat leren al deze mensen mij die mijn ‘afval’ opnieuw kunnen gebruiken. Recyclen is geen excuus om iets weg te gooien. Beter is het om dingen een tweede leven te geven. Het stemt me dankbaar. Zeker als ik denk aan die drie kinderen, die deze winter wel een warme jas hebben.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.