Het was ergens in maart van dit jaar, dat de organisatie van de 80 van de Langstraat aankondigde dat dit jaar deze Kennedymars afgelast zou worden. Veel rumoer eromheen, die wat langs me heen ging omdat in diezelfde periode mijn vriendin Christine als gevolg van haar ziekte steeds meer inleverde en nog veel te snel overleed. Voor mij stond toen vast: “Nou, dan ga ik 'de 80' dit jaar maar op eigen initiatief lopen, als eerbetoon aan Christine!”

Door Irma van Veldhoven-Brok

Een trouwe supporter

Sinds ik vanaf 2004 de 80 van de Langstraat loop, inmiddels nu -met uitzondering van de corona-jaren- 18 keer, voel ik onderweg steun van familie, vrienden en bekenden. Dat geeft je kracht! Zo ook van Christine, die ondanks haar ziekte en het feit dat haar verjaardag altijd in of net na het weekend van 'de 80' viel, bijna altijd van de partij was. Als Christine zei: 'Ja, ik denk wel dat ik even kom kijken', dan kon ik er wel van op aan dat ik haar onderweg even zag. Een stevige knuffel, nadat ze me toeschreeuwde in de drukte ’s avonds door Drunen, of als ze ergens stond waar ik haar niet verwachtte. Wat was het een hartelijk mens, altijd betrokken en enthousiast! Ik bewonder haar nog steeds om haar optimisme, haar doorzettingsvermogen en de manier waarop ze haar ziekte het hoofd bood door de enorme positiviteit en opgewektheid die ze altijd uitstraalde. Mensen die haar wat beter kennen, zullen dat allemaal beamen.

Op weg met 5 rode rozen.

Op weg met 5 rode rozen.

Studiegenoot, collega en vriendin

Ik leerde Christine kennen in mijn jonge jaren toen we samen een opleiding volgden aan de Van Beurdenschool in Waalwijk. Die avondschool maakte gebruik van lokalen in het gebouw van het Dr. Mollercollege, ingang Jan de Rooijstraat. Het klikte meteen tussen ons. Toen ik in Geldrop ging wonen, heb ik in Eindhoven mijn opleiding afgemaakt en verloren we elkaar even wat uit het oog. Echter Christine werd een collega van mijn vader en onze wegen kruisten opnieuw toen we vanaf 2004 intensiever samenwerkten bij de gemeente Waalwijk. Het was na mijn vertrek daar, dat Christine ernstig ziek werd. Vele behandelingen volgden. We hielden regelmatig contact en rekening houdend met haar ups en downs, deden we gezellige dingen om zoveel mogelijk van het leven te blijven genieten. Koffiemomentjes, lunches, bezoekjes aan cabaret en theater van Lenette van Dongen en Christel de Laat. Wat hebben we veel gelachen samen! Want lachen, dat kon ze, luid en duidelijk! We planden daarbij tijd om bij te kletsen en deelden lief en leed over de kinderen, onze families en (oud-)collega’s. In onze vriendschap hadden we steun aan elkaar. Christine was populair en haar overlijden in maart, was een groot verdriet voor veel mensen en dat leidde dan ook tot een erg druk bezochte, prachtige uitvaartceremonie. Ze blijft een voorbeeld voor me als het mij wat minder gaat. 'Neus in de wind, ook al ruik je een poepje!'

Mariakapelletje Kloosterweg.

Mariakapelletje Kloosterweg.

Een wandeling met een missie

Toen Christine overleed, nam ik me voor de 80 dit jaar te lopen voor haar. Echter een zomer is snel voorbij en ik kwam erachter dat mijn conditie niet zo super was. Bovendien: hoe ga ik dat doen, midden in de nacht als vrouw alleen? Ik kon en wilde mijn eigen familie niet belasten met mijn missie. Het weekend van de 80 kwam steeds dichterbij….Op de vrijdagavond ervoor zag ik het licht: Ik wist inmiddels waar Christine lag begraven, want haar lieve dochter was daar deze zomer met me geweest. Mijn missie was duidelijk: Ik breng Christine rode rozen voor haar geboortedag, op een wandeling, in het weekend van de 80. Het is mijn eerbetoon aan haar.

En als je dan zo op weg gaat, heb je veel tijd voor bezinning. Toen bedacht ik me ook hoeveel lieve mensen er nog meer waren geweest in al die 21 jaren. Mensen die me ontvallen zijn, zoals ooms en tantes, familie en vrienden, mijn eigen moeder.

Nadat ik 5 rode rozen gelegd had, op het graf van Christine, ook omdat ze dit weekend 55 zou zijn geworden, heb ik, op weg naar huis, het Mariakapelletje aan de Kloosterweg in Waalwijk nog aangedaan. Daar heb ik kaarsjes gebrand voor mijn moeder en alle andere dierbare overledenen, in dankbaarheid ze allemaal gekend te hebben. Ik draag ze allemaal in mijn hart mee op mijn levenspad.

Eerbetoon met rode rozen.

Eerbetoon met rode rozen.

Volgend jaar weer de 80 van de Langstraat?

Na deze mooie groene KLM-tocht, zoals mijn pa die zou noemen (Kaatsheuvel, Loon op Zand en De Moer) heb ik de finish van 'de 80' dit jaar niet aangetikt. Maar met een tevreden gevoel sloot ik dit weekend af. Christine was een realist en ook mijn moeder zei wel eens tegen mij dat ik moest stoppen met 'dat gekkenwerk van de 80'. Met de jaren leer ik dat kwaliteit boven kwantiteit gaat. Kwaliteit gold nu ook voor de mooie groene paden door de natuur, die ik zelf kon kiezen. Ik ben dankbaar voor al die mooie jaren en alle steun die ik mocht ervaren tijdens de 80 van De Langstraat, ook voor dit mooie weekend van bezinning. Qua aantal kilometers ben ik niet over de 32 gekomen, maar ben er net zo trots op en had evenveel spierpijn als na de 80, dus qua beleving was het prima!

En volgend jaar? Dan hoop ik weer meer te trainen, zodat ik toch weer vol vertrouwen de 80 van De Langstraat kan lopen. Hopelijk gaat die dan weer door! Ik geniet van de muziek, het feest en de versieringen in de dorpen, in mijn eigen vertrouwde Langstraat, als Borkse en inwoner van Drunen. Ook hoop ik dan ook weer wat vertrouwde gezichten in en langs de tocht te mogen begroeten, dat is wel gezellig! Ik kijk weer uit naar de leuke gesprekken met 'jan en alleman' onderweg, terwijl onze voeten blijven gaan. Want zoals ons mam altijd zei 'Ge moet lèève meej de lèèvende meske, en veul plezier maoke!' En dat was ook de boodschap van Christine: 'Carpe Diem!'.

Het einde van de zomer in De Langstraat

De zomer loopt op z’n laatste benen,

Dat voel je vooral vroeg in de avond,

De herfst hangt al voorzichtig in de lucht,

Ruik maar eens bij een ommetje, da’s gezond!

Dit is toch elk jaar weer de tijd,

Dat mijn zenuwen weer worden geprikkeld en getart,

En dan eindelijk verzamelen zo’n 2500 gekken,

zich weer bij het Unnaplein aan de start.

Op naar de Eikendijk, voor water en een stukje appel,

Van mijn dochters, die ijverige schatten.

En vlug door met m’n handen vol,

omdat ik er natuurlijk 'un poar meer moes vatten'.

Terug door Waalwijk en door Drunen, veel bekenden,

Veel gezelligheid langs de Heusdense route,

Ik geniet van alle lol van de mensen, dronken en nuchter,

die verder niks per se meer moeten.

Van alle bekende plaatsen, veel gefietst hier,

Veel gewandeld ook, de geur is een associatie

'Proost' of 'Vatter eentje mee'

En al bij 30 kilometer een hartelijke felicitatie!

Langs het Kanaal naar de Overlaat, goed verzorgd,

Even rusten en een broodje,

Wat is iedereen lief en leeft mee,

Masseren? M’n grootje!

In de stille nacht, ik ben niet gelovig,

Maar een mooie heldere maan waakt over mij.

Soms muziek op, maar ook in gedachten en vastberaden,

Want als eigegeraaide Borkse is stoppen er nie bij!

Hier hoor ik thuis,

In de Langstraat stond mijn wieg,

Ik ben trots op ons stukske mooi land hier.

En ik zou geen Borkse zijn als ik lieg.

Ik wandel weer verder, Het wordt steeds stiller...

Sprang en Waspik alweer voorbij,

Straks komt de zon weer op, en ik weet:

Die maakt me altijd weer blij.

Als het licht wordt, weet ik: Nu ga ik het halen,

De voeten branden voorbij De Moer,

Maar het tempo blijft constant,

Wat voel ik me dan toch weer stoer.

Hij wijst naar het nummer op mijn been.

Een kleinzoon bij z’n opa aan de hand:

'Hee opa, ze lopen niet meer op volgorde'

En in Kaatsheuvel ook zwaaiende collega’s langs de kant.

Zingen bij 80 liedjes voor de 80,

Nog een paar kilometer aan het Oosteind te gaan

Ik pak maar een dextrootje, of twee,

Opdat ik de voeten nog kan sturen, hoe ik wil gaan.

Is het zo vreemd om te voelen,

dat je hier thuishoort, en dankbaar bent voor dat gevoel,

En dat het lopen van de 80 daarbij hoort voor mij,

Ook al is het elk jaar een zotte boel?

Bloemen, felicitaties, veel lieve mensen aan de finish,

Stationsstraat: Tranen van vermoeidheid en geluk,

De ontlading altijd weer,

Want het is toch een verekkes lang stuk!