Erfgoed is datgene wat jij wil doorgeven aan je kinderen. De werkgroep 'Waalwijk: 100 jaar samen' heeft in Baardwijk, Besoijen en Waalwijk-centrum een aantal objecten (erfgoed) geselecteerd waarvan wij het verhaal aan de volgende generatie willen doorvertellen. De fiets- en wandelroute 'Op pad in de historische Langstraat' (zie www.bezoekdelangstraat.nl) leidt langs deze objecten.

In 1862 bouwde metselaar Adrianus van Rooij in zijn tuin elf arbeiderswoningen, deze woningen werden 'Goudmijn' genoemd. Van Rooij had in Australië gewoond en had er goed geboerd. Dit geld investeerde hij in arbeidershuisjes, de opbrengst van de huur werd een 'goudmijntje' genoemd. Deze dam was de eerste die 'mijn' werd genoemd. Een 'dam' is de verbindingsweg van de openbare weg naar het achterste deel van het perceel. Sindsdien kregen andere rijtjes damwoningen ook de typisch Waalwijkse benaming 'mijn'. In 1885 werd de oostzijde van de dam bebouwd. In de 'Goudmijn' woonden een groot aantal thuiswerkende schoenmakers.

Het westelijk deel bestond toen uit negen aaneen gebouwde huisjes met aan de kant van de Winterdijk twee dijkhuisjes, dwars op die rij gebouwd. Die laatste twee huisjes hadden hun deuren aan de kant van de Winterdijk. De mannen die bij de lage tafels zitten zijn schoenmakers, die bij mooi weer hun donkere werkwinkel verlieten om buiten te gaan werken.

Ingang van de 'Goudmijn', tussen horlogerie J. Tausch en boekhandel J.C. Eijkelenburg. Daarnaast, met luifel, bakkerij Pulles-Heesbeen met naast de winkel een automatiek (1975). (foto: Makelaar van de Zande. Beeldbank SALHA, WAA42111)

Ingang van de 'Goudmijn', tussen horlogerie J. Tausch en boekhandel J.C. Eijkelenburg. Daarnaast, met luifel, bakkerij Pulles-Heesbeen met naast de winkel een automatiek (1975). (foto: Makelaar van de Zande. Beeldbank SALHA, WAA42111)

Wereldkroniek

In het najaar van 1905 komen een verslaggever en fotograaf op bezoek in de 'Goudmijn'. Het verslag werd gepubliceerd in 'De Wereldkroniek: geïllustreerd nieuwsblad voor iedereen', van 7 oktober 1905. 'We gaan zoo'n buurtje in waar werkstoelen buiten staan. Daar flikken, stikken en hameren ze en zie je ze wrijven met hun roefel-kai en bol-likker dat ’t ’n aard heeft. Hier staan kleine huiskens onder een groot dak saamgeschoord, met smalle kamertjes, schraal gemeubeld, slordig hier en propertjes ginds, bedsteden tegen den wand, de gebloemde tijk opgenomen, de vloer bestrooid met wit zand, ’n blank gepoetste of ’n sterk verroeste platte kachel in het midden. Je ruikt, al joept de wind vrij de steeg door, een eigenaardige lucht van leer en pek en ’t verbranden van snippers (leer).'

De werkstoelen der huiswerkers buiten (bijschrift uit De Wereldkroniek, 7 oktober 1905). Vierde van links Okke 'de spin' van Delft. (Foto: André Schreurs. Beeldbank SALHA, WAA10202)

De werkstoelen der huiswerkers buiten (bijschrift uit De Wereldkroniek, 7 oktober 1905). Vierde van links Okke 'de spin' van Delft. (Foto: André Schreurs. Beeldbank SALHA, WAA10202)

Okke de spin

Een markante bewoner en lokale beroemdheid was schoenmaker Okke 'de spin' van Delft, die er een snoepwinkel had. Zijn assortiment bestond uit 'gelukstoffees', toverballen en drop. Een oud stadgenoot beschreef zijn herinnering aan Okke: 'Het Marktstraatje, de Goudmijn en de Poststraat waren de uitvalspoorten naar heel die wijde heerlijkheid van de polders en bij Okke kochten we toverballen voor een cent.' Okke plaatste jaar op jaar een Nieuwjaarsboodschap in de Echo van het Zuiden. Hij stond bekend als een grapjas eerste klas. In 1935 liet hij de volgende advertentie plaatsen:

'OKKE hoopt dit jaar met zijn tweedekker en met zijn orkest ’t luchtruim in te gaan en dan speelt hij t is zoo fijn om in die ‘dropvelden’ te zijn. Dan keeren we weer terug naar Nederland.'

De westzijde werd in 1912 gesloopt, tussen 1965-1968 werd de oostzijde en de drie achterste krotten afgebroken voor de aanleg van een telefooncentrale.

René Klerx