Ter gelegenheid van het jubileum 'Waalwijk: 100 jaar samen', zijn er attentiestenen gelegd in de gemeente. De geselecteerde objecten (tramremise, klooster, raadhuis en schoennijverheid) in Besoijen speelden een rol ten tijde van de herindeling (1922). Op de website www.bezoekdelangstraat.nl wordt de fiets- en wandelroute 'Op pad in de historische Langstraat' beschreven die langs deze stenen leidt.

Al in de 18de eeuw kwamen goederen, bestemd voor Tilburg, aan in de Waalwijkse haven. In de 19de eeuw werd het vervoer van personen en goederen verzorgd door de diligence (koets) van 'Van Gend en Loos'. Op 20 december 1867 werd bij de Provinciale Waterstaat een plan ingediend voor een smalsporige (1067 mm spoorbreedte) tramverbinding van Waalwijk met Tilburg. Op 30 december 1869 bedong de gemeenteraad van Waalwijk dat de tramlijn werd doorgetrokken tot aan de Waalwijkse haven. De stoomtram richting Tilburg was een goedkoop alternatief voor de opkomende trein. De tramlijn werd in fasen gerealiseerd onder leiding van civiel ingenieur J. van den Elzen (Waalwijk). Op 13 juli 1881 is het 16 km lange traject Tilburg – Loon op Zand – Besoijen geopend. In augustus werd deze tramlijn verlengd via de Wagenstraat (nu: Hugo de Grootstraat) naar de haven in Waalwijk. Dat was een grote vooruitgang, want voortaan konden goederen en personen via deze tramverbinding worden vervoerd naar de haven. Bij de haven bouwde men een tramremise van de Hollandsche Buurtspoorwegen. Deze bestond uit een loods voor één locomotief, een bergplaats en een woning annex kantoor.

Baardwijk

In 1887 werd de tramverbinding ’s Hertogenbosch – Baardwijk aangelegd en in gebruik genomen door de Hollandsche Buurtspoorwegen. De Waalwijkse gemeenteraad duldde geen tramlijn door de 'Groote Straat'. De straat werd te smal en te druk bevonden. De 'Groote Straat' kreeg door de dagbladpers landelijke bekendheid, omdat de 'vroede vaderen' halsstarrig weigerden het tramverkeer met deze straat te delen. Na inmenging van hogerhand (Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid en Raad van State) kwam in 1902 alsnog een tramverbinding naar Baardwijk. Twee trams reden zevenmaal daags. De tramlijn kende diverse haltes: Besoijen (spoorwegovergang, Besoijensche Steeg en raadhuis) — Waalwijk (haven, café Max Goverts, Hoekeinde) — Baardwijk (kerk en Baardwijksche Overlaat).

In oktober 1934 stopte het personenvervoer en eind 1936 het goederenvervoer. Het personenvervoer was toen al overgenomen door autobussen van de BBA. De spoorlijn, de Langstraatlijn of Halve-Zolen-lijn, was al aangelegd en zorgde voor een treinverbinding met ’s Hertogenbosch. Van 1934 tot 1937 werd bij de remise de Brabantse stoomlocomotieven, wagons en rails tot staalschroot verwerkt.

Zondag 24-10-1937: De laatste rit van de tram door voormalig Baardwijk. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Beeldbank SALHA, WAA20268)

Zondag 24-10-1937: De laatste rit van de tram door voormalig Baardwijk. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Beeldbank SALHA, WAA20268)

Laatste rit

De tramlijn werd in 1937 opgeheven. De 'Katholieke Jonge Middenstands-Vereeniging' organiseerde de laatste tramrit: 'De plechtige uitvaart van ’t Waalwijksche stoomtrammetje'. Het sterfhuis was bij de Hoogeindsche brug in de Baardwijksche Overlaat. Een duizendkoppige menigte stond te wachten voor de laatste tocht die ging via de oude halte café ’t Vosje en een stop bij hotel Verwiel naar café Ant. van der Pluijm aan de haven. De tram was voorzien van een krans, zwarte lijkwaden en dreigende doodshoofden. Vanwege het trieste najaarsweer droeg men paraplu’s. Op de tram stonden conducteur, machinist en stoker. De tram werd begeleid door een veldwachter.

René Klerx