Piet Dekkers werd in 1905 benoemd als burgemeester in Waspik. Hij was pas 25 jaar maar had al het nodige verdriet gekend. Zijn zus Martina stierf toen hij 14 jaar was, een halfjaar later overleed zijn vader en 5 jaar later verloor hij zijn moeder. Hij had zich niet uit het veld laten slaan en ging enthousiast aan de slag in Waspik.
En toen brak de Eerste Wereldoorlog uit. Nederland bleef weliswaar neutraal maar toch was de invloed op het dagelijks leven groot. Als gevolg van de mobilisatie verlieten vele jonge mannen het dorp en soldaten van elders werden in Waspik ondergebracht. Belgische vluchtelingen moesten worden opgevangen. Allerlei producten, zoals brood en zeep, gingen op rantsoen. Dekkers had inmiddels ervaring op kunnen doen als burgemeester maar hier had niemand hem op voorbereid.
Hij sloeg er zich goed doorheen maar kreeg wel te maken met klachten. De uitvoering van de distributiewet zorgde voor veel spanning onder de bevolking en als hoge boom vang je nu eenmaal veel wind. Zo ging het gerucht dat Dekkers rijst voor zichzelf zou hebben achtergehouden en fraude zou hebben gepleegd met broodkaarten. Bewezen werd er niets en hij kon door als burgemeester. Als er al iets te vergeven viel, was twintig jaar later alles wel vergeten. Bij de opening van het nieuwe gemeentehuis in 1938 kreeg Dekkers een plaquette met zijn beeltenis. De gemeente liet hiermee haar grote waardering voor hem blijken.
Tegenwerken bezetter
En toen kwam de Tweede Wereldoorlog. Net als andere burgemeesters stond Dekkers voor een duivels dilemma. Aftreden betekende dat Waspik een Duitsgezinde opvolger zou krijgen. Aanblijven bood misschien de kans iets voor de bevolking te kunnen doen. Het hield echter ook het risico in dat hij als landverrader zou worden gezien omdat hij de eisen van de bezetter niet naast zich neer zou kunnen leggen. Dekkers was 60 jaar toen de oorlog uitbrak, 35 jaar burgemeester en had de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog meegemaakt. Wat deed hij….. hij bleef!
Problemen als voedselrantsoenering en werkeloosheid waren lastig. Vele malen erger echter was de eis van de Duitsers om namen te verstrekken van Joodse inwoners, werkweigeraars en verzetslieden. Afgaande op berichten in Duitsgezinde kranten uit die tijd, was Dekkers heel creatief met het tegenwerken van de bezetter. De nazi’s wilden de Waspikse burgemeester dan ook zo snel mogelijk vervangen maar zover kwam het gelukkig voor Waspik niet. Dekkers zou dus niets te vrezen moeten hebben van de zuiveringscommissie die na de oorlog het handelen van de burgemeesters tijdens de oorlog ging onderzoeken.
Eindoordeel
Het waren echter chaotische tijden net na de oorlog en de scheidingslijn tussen goed en fout was niet altijd scherp. Een grote meerderheid in het dorp steunde Dekkers. Er klonken ook wat negatieve geluiden, waardoor een eindoordeel bemoeilijkt werd. De onderzoekscommissie vond een elegante oplossing in het vrijwillig ontslag laten nemen, dat Dekkers dan eervol zou worden verleend. Zijn naderend pensioen was een handige kapstok.
Heeft de burgemeester de juiste keuze gemaakt aan het begin van de oorlog met aanblijven? Is veertig jaar burgemeesterschap niet helemaal naar wens geëindigd? Hij heeft maar kort van zijn pensioen kunnen genieten want in 1949 overleed hij. Zijn naam leeft voor op een straatnaambordje in Waspik.