Kas en Saar vieren Halloween. De kinderboekpersonages die al een paar jaar met mijn dochter voor het eerst naar de tandarts gaan, naar een trouwfeest, naar school, door de seizoenen heen, jarig zijn, op de wc zitten en Kerst en Carnaval vieren, brengen nu ook Halloween bij ons in huis. Dochterlief vindt het leuk. Ze herinnert zich hoe ze vorig jaar hielp een pompoen te kopen en uit te hollen. Het werd een lampion die ze trots met een kaarsje erin buiten op de tuintafel zette.

Ik ‘griezel’ ervan. Niet van die pompoen, maar van het boek. Spoken, heksen, spinnen, schrikken, ‘lekker griezelen’, ik kan er niets mee. Ergens schuurt het met mijn geloof. Of moet ik me niet zo aanstellen? En moet ik die poster ook ophangen uit de buurt app dat kinderen ook bij mij snoep kunnen krijgen? Kan het geen kwaad?

De kunst van geloven is, heb ik geleerd, om het niet meteen te weren, maar om het te omarmen. En het zo om te vormen tot iets goeds. Dat deden de missionarissen al die het oud-Keltische feest dat ze tegenkwamen omvormden tot ‘All Hallows Eve’, Allerheiligenavond, Halloween. Dat was een lichtfeest. Allerheiligen en Allerzielen werden daaraan gekoppeld. Allerheiligen als dag waarop we denken aan mensen die een lichtend voorbeeld zijn. En Allerzielen als een dag waarop we een kaarsje branden voor de mensen die we missen. In dat licht kun je ook iets doen met je kinderen rondom Halloween.

Je hoeft kinderen niet met angst, duisternis en dood te confronteren, maar ook zij weten op hun niveau wat verlies is. Zij zijn ook wel eens bang. Zeker in de herfst. Herfst betekent dat het donkerder wordt, dat de blaadjes vallen. Dat heeft ook iets met verlies en angst te maken. Wat dat betreft is Halloween goed getimed. Daar kun je bij aansluiten. Daarmee ‘spelen’, desnoods verkleed, kan tot op zekere hoogte – en ik zeg het voorzichtig – iets betekenen voor kinderen. Het kan ze zelfvertrouwen geven en ermee leren omgaan. Juist door binnen verstandige grenzen deze bedreigingen en angsten te spelen en te verbeelden, overwinnen kinderen hun angst, twijfel en onzekerheid.

Zo’n spel leidt meteen tot gesprek. Hoe vind jij het in het donker? Wat voel je dan, wat denk je dan? Ben je dan graag alleen of juist niet? Wat doe je om minder bang te zijn? En hoe voelt het om naar een lichtje te kijken? Is er een verschil met toen het helemaal donker was? Hoe voelt dat?

Laat wat je eventueel met Halloween doet vooral een lichtfeest zijn. En begin bij die positieve ervaring, bijvoorbeeld met die pompoen (met een lachend gezichtje) met dat kaarsje erin. Dat lichtje in het donker kan ook gezellig zijn. En zonder is het minder gezellig, ja. Hoe voelt dat? Waarom is licht belangrijk? Wist je dat er over Jezus verteld wordt dat Hij het Licht in de wereld is? ‘Hij is het licht dat schijnt in het donker. En het licht heeft het gewonnen van het donker’ (Johannes 1:5 BGT).

En vraag nog eens aan je kind: ‘Wat doe je als je bang bent in het donker?’. En leer ze wat je waarschijnlijk al ooit eens verteld hebt: ‘Ben je bang? Zing!’ Onze traditie leeft van het besef dat je in tijd van angst en nood kunt zingen – dat is twee keer bidden, zei Augustinus. Zo overwin je angst en breekt het licht door.

Op 31 oktober is het niet alleen Halloween, maar ook Hervormingsdag binnen de protestantse kerken. Tijd om Halloween opnieuw te hervormen in een Lichtfeest.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.