Of ik die avond om half zeven in Hilversum wilde aanschuiven bij het Radio 1-programma ‘Dit is de Dag’. Het was half drie. In een week met recordfiles ondanks de herfstvakantie in de rest van het land. Met ’s avonds nog een koorrepetitie en mijn dochter die eerder opgehaald en ondergebracht zou moeten worden, leek me dat een behoorlijke uitdaging. En het was nog niet eens zeker. Dat zou ik met een uur wel horen. Ze wilden eerst weten wat voor positie ik inneem over Halloween. Ik werd het niet, hoorde ik tegen half vier. En dat had ik al verwacht. Het was niet de eerste keer. En bovendien, hoe had ik daar op tijd moeten komen?

Ze hadden mijn column gelezen via de landelijke website van onze kerk. Dat is dan wel weer geinig. Maar ik weet hoe dergelijke programma’s voorbereid worden. Ze zoeken een mening en daarna een mening die daar tegenover staat. Ook hier probeerde de redactrice uit of mijn mening niet wat scherper was. Want ik ben behoorlijk genuanceerd, ook over Halloween. Ik ben geen fan, maar ook niet mordicus tegen. Ik gebruikte het woord ‘omarmen’. Dat betekent accepteren dat mensen dit tegenkomen en ze vervolgens manieren geven om het ánders te vieren. Met meer nadruk op het licht. Want ik geloof dat het licht heeft gewonnen van het donker. Dus dát moeten we vieren. En dat kan ook met mooie lampionnen in pompoenen met lachende gezichtjes.

De redactrice dacht dat ‘omarmen’ kritiekloos was, net als de christenbroeder die me later een lange mail stuurde. Ik moest haar teleurstellen. Nee, ze sprak niet met een uitgesproken fan of criticaster. Dus werd ik het niet. Ze liet me met een kleine kater achter. Want niet alleen werd ik het niet. Ze stoorde me met haar vraag in een gesprek met een collega, maar dit kon volgens haar niet wachten. Vervolgens vraagt ze van me een bijkans onmogelijke logistieke operatie om daar te geraken (en thuis en op koor alles te regelen). Maar los daarvan: kennelijk ben ik te genuanceerd. En dat zie ik in het gewone leven als iets krachtigs, waarmee ik mensen juist kan verbinden.

Het bijzondere was dat precies tijdens deze gesprekken een filmpje binnenkwam van mijn drukker. Zij belde niet maar wachtte af tot ik het kon zien: een stapel dozen in haar hal met… Mijn allereerste boekje! Met gebundelde columns uit onze weekbladen. Voor het goede doel uitgegeven. Het heet daarom ook ‘Voor de goede zaak’. En die goede zaak is meer dan alleen het goede doel. Ik probeer in mijn columns het gewone leven te verbinden aan geloof in waardevolle verhalen, hoop en liefde. Daarin merk ik telkens weer: de werkelijkheid ís genuanceerd. Zelfs als de meest geradicaliseerde politicus zijn verbale incontinentie tentoonspreidt (zo, is dat stellig genoeg), zelfs dan is de werkelijkheid van wie naar hem of haar luisteren genuanceerd. Die gaat over zorgen en verlangens, en de wens om gezien en gehoord te worden. Daar kan ik wel iets van vinden, maar dat brengt de verbinding waar we met z’n allen zo naar verlangen geen millimeter dichterbij.

Ik belde de redactrice later nog terug. Ook haar werkelijkheid was genuanceerder: ze starten met iemand die inderdaad een mening heeft, maar dat hoeft geen radicale mening te zijn. De ander moet dan niet teveel overlappen met zijn mening. En de presentator in het midden vervult dan de rol van dat midden, van de nuance. Ik hoop dat het zo werkt. Ik ben blij dat ik met mijn columns uiteindelijk een genuanceerd boekje kon schrijven over wat verbindt en mij verwondert. Voor Zin op School, de nieuwe kerkplek waar we op zoek zijn naar de betekenis van waardevolle verhalen om onze levensvragen te kunnen beantwoorden. Dan is genuanceerd zijn, zei de redactrice, eigenlijk een compliment.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.