JavaScript is disabled in your web browser or browser is too old to support JavaScript. Today almost all web pages contain JavaScript, a scripting programming language that runs on visitor's web browser. It makes web pages functional for specific purposes and if disabled for some reason, the content or the functionality of the web page can be limited or unavailable.

Lintjesstorm

Dominee Otto Grevink. (Foto: Niek Stam)

Dominee Otto Grevink. (Foto: Niek Stam)

Je had mijn vaders gezicht moeten zien. Die ene milliseconde, waarin hij even niet de controle had over wat hem overkwam toen de burgemeester voor de deur stond. Hij herstelde zich snel, snapte meteen wat er aan de hand was. Maar dat ene moment van complete verrassing was geweldig. En we kregen dat moment op de foto. Hij kreeg een lintje en moest meekomen naar het gemeentehuis. Het was gelukt. Hij had niets doorgehad. Al verraste de burgemeester ons later nog allemaal.

Ik heb tot nu toe twee maal een lintje (mee) mogen aanvragen. Een eer om te mogen doen en voor iemand die je het zo gunt. Nee, het was niet moeilijk, ook omdat we voor beide aanvragen niet terug hoefden naar vorige woonplaatsen of vorige verenigingen waar ze diep in de archieven moesten duiken. Het ging om mensen die gedurende minimaal vijftien jaar minimaal acht uur in de week zich voor de samenleving inzetten. Dat kan op verschillende wijzen, en liefst onafgebroken, maar bij dit soort mensen ben je daar zo.

En precies dat onverwachte vertelt voor wie zo’n lintje is: voor mensen die het er niet om doen. Die week in week uit in touw zijn voor welke vereniging of welk bestuur dan ook. En dan juist niet voor degenen die de baas zijn of de baas spelen. Ik leerde dit soort mensen kennen in de eerste kerk waar ik mocht werken. Nog maar koud 3 weken dominee, deze week 20 jaar geleden, mocht ik naar de uitreiking van een lintje op het gemeentehuis van een van de vrijwilligers van onze kerk. Henk had al bij me aan de deur gestaan omdat hij boekjes van de dienst kwam ophalen voor mensen die thuis mee luisterden. Hij had veel mensen bezocht, gezongen, bestuurd en geregeld en wat al niet meer.

Het zijn deze mensen die de smeerolie zijn van zoveel verenigingen. Die niets teveel is, en die bijna altijd bereikbaar en inzetbaar lijken. Die de grasmat verzorgen bij de voetbal, de kantine schoonhouden en klaarmaken bij de hockey, die jeugdclubs leiden, die het buurthuis warm, schoon en draaiende houden, de begraafplaats steeds weer netjes maken, die mensen naar activiteiten brengen in verzorgings- en verpleeghuizen en gezelschap houden, die voedsel, kleding en speelgoed verzamelen voor mensen die het minder hebben, die taalmaatjes zijn en allerhande mensen helpen met formulieren en belastingsaangiften, verzin het maar. Het zijn vaak de mensen die hun werk in stilte doen, terwijl er zonder hun inzet zoveel niet zou draaien.

Terecht wordt op het formulier gevraagd of mensen al beloond zijn voor hun inzet. Want het gaat juist om die mensen die niet alleen niet beloond worden, maar ook vaak voor lief worden genomen, omdat we hun inzet vaak niet zien. Het zijn mensen die complimenten verdienen, een extra handje om te helpen, of gewoon een simpel ‘dank je wel’. Daarom geven we lintjes niet zomaar aan mensen die ergens heel lang gewerkt hebben. Wat mij betreft zouden we ook kritischer mogen zijn op lintjes voor mensen die altijd het hoogste woord hebben in verenigingen. Ja, ze moeten geleid worden, maar zonder Sjaak achter de bar en Ans die het lief-en-leed potje beheert en daarnaast nog heel veel andere dingen doen valt er weinig te leiden. En het hoeft ook niet pas als ze stoppen. Elke burgemeester zal zeggen of beamen dat het vooral een aanmoediging is. Voor wie een lintje krijgt, en voor anderen om hun voorbeeld te volgen. Want zonder vrijwilligers wil er weinig meer in onze samenleving.

Daarom heet het officieel ook geen ‘lintje’, maar een ‘Koninklijke Onderscheiding’. We doen niet een strik om hen. We ‘decoreren’ deze vrijwilligers. Waarvan er overigens nog te weinig vrouw zijn, zeggen gemeenten keer op keer. Ik weet uit ervaring dat er meer vrouwen vrijwilligerswerk doen dan mannen, en toch komen zij niet bovendrijven in de aanvragen. Bij mij is de stand 1-1, maar we zouden meer aandacht voor de vrouwen onder onze vrijwilligers mogen hebben. En elke gemeente is graag bereid mee te denken. Ook al is het nu te laat voor de komende lintjesregen; het kost ongeveer een jaar. Dus begin maar vast.

Ons pa werd tot onze verrassing geen Lid in de Orde van Oranje-Nassau, maar Ridder. Dat schijnt een automatisch gevolg te zijn als je regionaal of landelijk je vrijwilligerswerk doet. Ik ben trots op onze Ridder en op alle Leden die niet vragen om aandacht, maar het wel verdienen. Voor wie het een verrassing is, omdat het de Koning en alle andere bestuurders behaagt even niet belangrijker te zijn dan diegenen zonder wie ze zelf niets voor elkaar krijgen.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.