JavaScript is disabled in your web browser or browser is too old to support JavaScript. Today almost all web pages contain JavaScript, a scripting programming language that runs on visitor's web browser. It makes web pages functional for specific purposes and if disabled for some reason, the content or the functionality of the web page can be limited or unavailable.

Houd me niet vast

Dominee Otto Grevink. (Foto: Niek Stam)

Dominee Otto Grevink. (Foto: Niek Stam)

‘Mama!’ riep ik de kerk in. Een bestuurslid van die kerk had mij net gevraagd of ik wilde omroepen of er een dokter in de zaal was. Maar dat wist ik al: mijn moeder. Ik had net daarvoor een heilige chaos gecreëerd door iedereen de mensen om hen heen een gezegend, zalig of vrolijk Pasen te laten wensen. Dat leverde veel geloop, gepraat en gelach op. Maar in die animositeit werd een hoogbejaarde man onwel. Terwijl diverse hulpverleners toesnelden met brancard en al, dacht ik: Wat nu? En wat als hij doodgaat, op Pasen?

Het is me één keer eerder overkomen dat iemand onwel werd tijdens een kerkdienst. Bestuursleden leerden me toen gauw wat mijn rol is: iedereen binnenhouden, informeren en vooral zelf niets doen. Iedereen kijkt naar jou als voorganger. Jij moet en kunt de rust geven. Ook door te verwoorden wat er gebeurt, en wat er met ons gebeurt. Dus vertelde ik dat de ambulance werd opgeroepen en dat we sowieso in de kerkzaal zouden blijven tot de ambulance weg zou zijn. En ondertussen zouden we een lied uit de bijbel kunnen zingen, een psalm, die zingt van vertrouwen op de hulp van God. Dat deden we, terwijl de man werd weggedragen. Tot zover mijn rustige buitenkant.

Van binnen ging het tekeer. Wat als deze man zou overlijden, hier in de kerk? En dan ook nog op Paasmorgen? Dat kan gebeuren, dat wist ik. Maar welke woorden moest ik dan zeggen? Wat kon er nog overblijven van deze viering? Want juist op Pasen vieren we de Opstanding van Jezus uit de dood. Maar nu kon er zomaar iemand overlijden, hier. Hoe kun je vieren als de mogelijkheid van de dood zich zo nadrukkelijk aandient?

Mijn probleem was niet wat ik dan had moeten doen. Dan hadden we gebeden, een lied gezongen, gepraat, en hadden we de voorbereide viering waarschijnlijk grotendeels gelaten voor wat hij was. Maar mijn probleem zat in mij: ik was even mijn paasgevoel kwijt. En ik was al zo moe. Hoe rustig ik ook van buiten leek, van binnen stormde het, raakte ik bijna in paniek. Maar stap voor stap vond ik het paasgevoel weer terug, juist in dit drama. En zo kon ik de gemeente helpen om ook dat paasgevoel terug te vinden, want zij waren natuurlijk ook geschrokken.

We waren net op het punt gekomen in de viering dat we zouden bidden voor de nood van de wereld. En ik bad met zoveel woorden: Geweldig dat we met Pasen mogen vieren dat alles nieuw wordt en alles verandert. Maar zoveel vaker worden we ermee geconfronteerd dat ons leven op een andere manier ineens op zijn kop staat. Als we slecht nieuws krijgen in het ziekenhuis, als je ontslag krijgt, als je partner je relatie verbreekt, een huisdier overlijdt, of als je dat telefoontje krijgt dat hij of zij er niet meer is… Dan is niets meer hetzelfde. Help ons nu om te kunnen geloven dat het ook de andere kant op kan: dat er hoop is en nieuw leven. Want juist nu voelen we dat het niet van ons kan komen. Help ons! En laat het Pasen zijn.

Intussen zag ik door de glazen deuren van de kerkzaal dat de man zijn voeten bewoog op het brancard. Nee, dit is geen wonderverhaal. Dit is gewoon wat ik zag. En toen de gemeente weer rustig was en ze konden zingen dat Jezus is opgestaan, dacht ik: ik moet naar hem toe. Er waren nog geen ambulancebroeders en alles leek rustig, dus ik zat niemand in de weg. Ik knielde bij hem neer en hij pakte mijn hand vast. ”Sorry dat ik jullie zo liet schrikken”, excuseerde hij zich nog. Dat was wel het laatste waar hij zich zorgen over hoefde te maken. Maar hij voelde zich alweer wat beter. En had weer praatjes. Zeg dat maar, zei een van de vrijwilligers.

Later begreep ik pas echt wat me dreef. Ik voelde dat ik verbinding met hem moest maken, want het klopte niet dat wij hier Pasen probeerden te vieren en hij daar lag. In mijn eigen preek vertelde ik dat Jezus niet als onoverwinnelijke held is opgestaan, maar als een gewonde man. Het paasgevoel krijg je dus niet als je zorgeloos je leven kunt leven, maar juist daar waar mensen lijden. Dáár is Jezus. Dus hier, in de tranen en de schrik, en daar bij die onwel geworden hoogbejaarde man, kreeg ik het paasgevoel terug. Het wordt geen Pasen omdat alles nu is opgelost en er nooit meer iemand dood zal gaan. Het wordt Pasen juist als die man mijn hand vastpakt en voelt dat hij het over kan geven, omdat hij niet alleen gelaten wordt. Daar kan geen dokter je mee helpen. Daar heb je geloof voor nodig.

Dezelfde middag was hij weer thuis uit het ziekenhuis. Ik hoorde dat hij het wel een mooie generale had gevonden voor het moment dat hij definitief uit de kerk gedragen zou worden. Humor helpt bij ouder worden, blijkt maar weer. En bij geloven. Want blijkbaar kan Pasen de dood echt aan. Zelfs als een vooraanstaande kerkelijke dichter als Huub Oosterhuis en een leider als paus Franciscus op Pasen overlijden. Juist dan klinkt de andere kant. Dan kun je door al je tranen en paniek heen zingen: hier blijft het niet bij. Zo is het toch nog Pasen geworden. Halleluja!

Gastcolumnist Otto Grevink is als dominee op verschillende wijzen betrokken bij protestantse kerken in de regio Hart van Brabant. Hij is pionier bij Zin op School in Waalwijk en dirigent van Koor en Combo Laudate Dominum. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.